Duitsland bood het leeuwendeel van €1.396.000 op haar 20 CDI’s en kampioenschappen, een gemiddelde van € 69.750 per wedstrijd. Amerika staat tweede wat het totaal aan prijzengeld in 2015 betreft en Frankrijk derde. Oostenrijk en Zweden staan in het lijstje op respectievelijk de vijfde en zesde plek.
De drie ‘rijkste’ dressuur-evenementen in de wereld in het bijna afgelopen jaar zijn de Wereldbekerfinale in Las Vegas met € 250.000 aan prijzengeld, de Europese kampioenschappen in Aken (€ 220.000) en het CDI5* Adequan Global Dressage Festival in Florida (€ 210.540).
Andere lucratieve evenementen waren de CDIO5* Nations Cup in Falsterbo, Zweden ( € 163.500); CDI5* Aken (€ 154.000); CDI4*/3* Wellington (€ 137.284); CDIO5*/CDI4* Hagen, Duitsland (€ 133.000); CDI5*/3* Vidauban, Frankrijk (€ 120.000); Nations Cup Rotterdam (€ 114.000); CDI5*/3* München (€ 113.000); Stuttgart German Masters (€ 102.000) het CDI op het Glock Horse Performance Center in Oostenrijk (€ 100.000).
Het prijzengeld op alle dressuurevenementen in de wereld werd berekend door dressage-news.com en is gebaseerd op FEI gegevens.
De top tien prijzengeld landen met tenminste twee CDI’s in 2015:
- Duitsland – € 1.396.000 voor 20 CDI’s (gemiddeld € 69.750 per wedstrijd);
- Verenigde Staten – € 698.101 voor 22 CDI’s (€ 31.732);
- Frankrijk – € 509.500 voor 14 CDI’s (€ 36.392);
- Nederland – € 440.800 voor 9 CDI’s (€ 48.978);
- Oostenrijk – €334,300 voor 8 CDI’s (€ 41.787);
- Zweden – €298,450 voor 5 CDI’s (€ 9.690);
- Spanje – (€ 172.720) voor 7 CDI’s (€ 24.674);
- Groot-Brittannië – € 151,287, voor 5 CDI’s (€ 30.257);
- België – € 141.000 voor 2 CDI’s (€ 70.500);
- Denemarken – € 100.730 voor 3 CDI’s (€ 33.576);
Bron: Horses / Dressage-News