Antwoord VoerVergelijk
Tinkers behoren tot de sobere rassen en hebben een lagere energie- en eiwitbehoefte in vergelijking tot warmbloedpaarden. Doordat tinkers efficiënter met hun voeding omgaan, is het niet altijd noodzakelijk om krachtvoer bij te voeren om de energie- en eiwitbehoefte te dekken. Onderschat echter de stijging in energie- en eiwitbehoefte tijdens de dracht en lactatie niet. Daarnaast is het niet zeker of ook in de vitaminen- en mineralenbehoefte wordt voorzien, waardoor het noodzakelijk is om krachtvoer of vitaminekoeken bij te voeren. Een ruwvoeranalyse kan zekerheid geven of met enkel ruwvoer in alle behoeftes voorzien kan worden.
In de eerste drie maanden na de geboorte van het veulen produceert een merrie ongeveer twintig tot veertig liter melk per dag. Daar is veel eiwit en vet voor nodig. Ook de waterbehoefte stijgt flink en kan zelfs oplopen tot vijftig liter per dag. Zorg dus dat je merrie altijd voldoende water ter beschikking heeft. Daarnaast vormen onbeperkt ruwvoer en weidegang een prima basis voor een goed rantsoen van een lacterende merrie. Wanneer je merrie terugvalt in conditie, zul je merriebrok ter ondersteuning bij moeten voeren. Kies voor een krachtvoer dat rijk is aan vet en een laag suiker- en zetmeelgehalte heeft. Daardoor verstrek je makkelijk verteerbare energie.
Met name de behoefte aan calcium, fosfor, magnesium, vitamine A en vitamine E zijn verhoogd tijdens de lactatie. Koper heeft echter een minder belangrijke rol in het rantsoen van de merrie tijdens de lactatie, aangezien koper niet via de melk wordt doorgegeven. Tijdens de dracht is koper wel van groot belang ter voorkoming van Osteochondrose Dissecans (OCD) bij het veulen. Lees meer over de voeding van een drachtige merrie.
Voor het veulen geldt dat in de eerste paar maanden alle voedingsstoffen uit de melk worden verkregen. Na twee of drie maanden daalt de melkkwaliteit en zou je kunnen beginnen met het bijvoeren van het veulen met een veulenbrok, welke speciaal is afgestemd op de behoefte van het veulen. Na het afspenen dient onbeperkt kwalitatief goed ruwvoer de basis van het rantsoen van het veulen te zijn. Fijn, groen ruwvoer heeft de voorkeur, gezien dit veelal een hoger eiwitgehalte heeft.
Naast eiwitrijke voeding – jong gras, fijn ruwvoer en eiwitrijke veulenbrok (RE > 12,5%) – zijn calcium, fosfor, magnesium, koper, zink, vitamine A en vitamine D erg belangrijk voor het groeiende veulen. Krachtvoer speciaal geproduceerd voor veulens kan helpen om in deze behoeftes te voorzien. Let op dat ruwvoer altijd de basis van het rantsoen blijft. Geef geen extra mineralensupplementen, aangezien dit het totale rantsoen uit balans kan brengen en verstoren. Alleen wanneer een ruwvoeranalyse heeft aangetoond dat aanvulling noodzakelijk is kan een extra supplement gegeven worden.
Voor zowel de merrie als het gespeende veulen geldt dat onbeperkt kwalitatief goed ruwvoer de basis van het rantsoen moet zijn. Aanvulling met krachtvoer speciaal voor lacterende merries en veulens is gewenst wanneer enkel ruwvoer niet in de behoefte kan voorzien.
Lees meer:
Voeding voor veulens
Voeding voor de zogende merrie
Behoefte energie en eiwit
Behoefte vitaminen en mineralen
Column: Veel merriebrok
Olga Dansen, voerconsultant VoerVergelijk.nl