Dat klinkt heel logisch. De fokkers zijn al lang geen eigenaar meer tegen de tijd dat hun paarden prijzengeld gaan verdienen. Anderen gaan strijken met het geld, de fokkers op z’n best alleen met de eer. Zelf was ik ook jarenlang voorstander van het systeem waar Studbook Zangersheide zich nu sterk voor maakt: een deel van het prijzengeld in rankingproeven afromen voor de fokkers. Maar juist de crisis op de afzetmarkt van jonge paarden brengt mij op andere gedachten.
Het is opmerkelijk dat de voorvechters van fokkerspremies alleen kijken naar die paar paarden die zover komen dat ze in de internationale sport geld verdienen. Voor elk paard dat in de prijzen loopt, zijn er misschien wel tien die dat níet doen. Dat zijn vaak schadeposten voor eigenaren en ruiters. Zij zijn degenen die elke dag grote financiële risico’s lopen. En juist deze groep binnen de paardenwereld zou geld af moeten staan aan de fokkers van succesvolle paarden?
Fokkerspremies gaan uit van de gedachte dat fokkers uit een andere wereld komen dan sporters. Dat is doorgaans ook het geval, maar moet dat wel zo blijven? Het systeem van fokkerspremies gaat uit van de machteloosheid van de fokker tegenover de almacht van handelaren, ruiters en sponsors. Weliswaar is dit globaal de bestaande situatie, maar waarom zouden fokkers daar geen einde aan maken?
In mijn ideaalbeeld zijn fokkers veel zelfbewuster. De fokker van morgen levert precies waar de klant om vraagt. Soms zal hij zijn veulen goed kunnen verkopen. Maar als dat niet het geval is, moet dat product waardevol genoeg zijn om het zelf op te fokken en op te leiden. Al dan niet in een alliantie met een ruiter. Kijkend naar de huidige situatie betekent dit wel dat veel fokkers een aanzienlijk hoger kwaliteitsniveau moeten nastreven dan ze tot nu toe hebben gedaan. Ze moeten strenger zijn voor zichzelf en niet anderen (laat staan de markt) de schuld geven.
De economische teruggang doet veel overproducenten op de blaren zitten. Juist de stagnerende afzet leert dat we de fokkerij crisisbestendig moeten maken. Fokkers moeten zich ontwikkelen tot ondernemers die cashen als hun producten waardevol zijn. Dat lijkt mij nou de mooiste fokkerspremie.
Dirk Willem Rosie, hoofdredacteur ([email protected])
Deze column verscheen woensdag 27 maart 2013 in De Paardenkrant.
Naar mijn mening is verkocht, verkocht. De fokker heeft het geld van het veulen in zijn zak en verkoopt vaak omdat er ook risico’s zitten in het aanhouden van zo’n dier. Als iemand anders dat risico dan wel wil lopen en er later dan ook financieel beter van wordt, wat niet gegarandeerd is, dan mag hij wat mij betreft het geld houden. Degene die hem aanhoudt om de top te bereiken, steekt ook veel geld en/of tijd in de opleiding van het paard, tijd/geld wat de fokker er niet voor (over) had.
Ik vind dat de fokker recht heeft op een fokkerspremie van zijn of haar gefokt paard. Hetzelfde geldt trouwens ook als er van zijn paard een kloon wordt gemaakt. Ook op de kloon heeft de fokker recht op fokkerspremie.
De fokker heeft door de goede match tussen merrie en hengst een (top)paard gecreerd. Zonder de fokker was dit paard er nooit geweest. Dit paard is een uniek product voortgekomen uit de gedachten en visie van de fokker en niemand anders.
Het is niet meer dan redelijk dat een fokker hiervoor ook een beloning krijgt. Iedereen die met dit paard te maken heeft gehad profiteert van het gedachtengoed van de fokker en verdient hier goed aan, behalve de fokker.
De fokker staat onder aan de ladder bij de verkoop en heeft voor de verkoop al veel risico gelopen.
De fokker investeert veel geld in het veulen, oa onderhoud merrie, dierenartskosten, dekgeld, kosten stamboek enzevoort. Tel dit allemaal bij elkaar op en vraag jezelf dan maar eens af wat een fokker verdient bij de verkoop van zijn/haar veulen.
Kiest de fokker ervoor om het veulen aan te houden, dan moet deze worden aangehouden tot 3 a 4 jaar. Het paard moet zadelmak en goed aangereden zijn, goede manieren van bewegen/springen hebben en rontgenologisch/klinisch in orde zijn. Voldoet een paard hier niet aan dan heb je als fokker pech en leg je geld toe.
De hele goede moet je aanhouden tot 7 a 8 jaar. De opleiding moet bij een professionele ruiter plaats vinden. De kosten voor training, stalling en startgeld zijn dan niet meer te overzien.
Het lijkt mij dan ook duidelijk dat de gemiddelde fokker geen geld klaar heeft liggen om zijn/haar veulen/paard te laten opleiden tot aan hoog niveau en dan te cashen.
De meeste fokkers zijn blij dat de verkoop van het veulen/paard kosten dekkend is en dat zij het dekgeld aankomend jaar weer kunnen betalen om de fokkerij voort kunnen zetten.
Laat de fokker die het voor elkaar heeft gekregen om een topper te fokken hiervoor dan ook beloond worden door middel van de fokkerspremie. Dit zal een stimulans zijn om de fokkerij door te zetten en dit geld te investeren in de huidige fokkerij.
Het c(r)ashen van ondernemers lijkt mij op dit moment en de komende jaren ongepast.
We zijn als fokkers op de goede weg, alleen de waardering is ver te zoeken.
De eigenaar van een topper ben je voor even, de fokker je hele leven.
Collega fokkers, succes met de keuzes van het komend jaar.
Ik ben een fokker in Western Australia en in dit grote land zijn er wel een paar handelaren, maar helemaal niet zoals de paarden verhandelt worden in Europa. De fokkers hier verkopen direct aan de ruiter. Als ik spreek van mijn eigen ervaring in meer als 20 jaar fokken en verkopen kan ik zeggen dat ik best tevreden ben met de bedragen die ik vraag voor mijn paarden. Het is gewoon een bonus als je een veulen verkoopt, want de meeste worden verkocht tegen 3 jaar. Als fokker ben ik gewoon bereidt zijn die jonge paarden aan te houden en op te leiden. Als ze 3 zijn worden ze zadel mak gemaakt door een professionele ‘breaker’ en dan vind ik een ruiter waar ik een deal mee doe waar we met zijn tweeën tevreden mee zijn. Op deze manier krijgt mijn zorgvuldig geplande en opgegroeid veulen alle kansen. Als ik dan de juiste waarde ontvang waar IK tevreden mee ben en die paarden later, meestal na vele jaren, veel succes krijgen dan ben ik heel trots als fokker en alleen maar heel blij voor de ruiten/eigenaar (meestal een en dezelfde in Australia).
Financieel is het natuurlijk beter om ze als veulens te verkopen, want hier kunnen we behoorlijk wat vragen voor veulens van goede bloedlijnen met sound conformation en temperament. De langer je ze houdt de minder je winst is, maar het is [voor mij] veel belangrijker dat mijn paardjes in de juiste handen komen en om ze zelf te begeleiden en de kopers te vinden (naar me toe te trekken door marketing) en contact houden met deze enthousiaste ruiters/eigenaren. Wat ik probeer te vertellen is dat als je de juiste waarde voor je paard krijgt, of dat van een veulen is of 3 jarige, dan moet je daar als fokker tevreden mee zijn. Dat ben ik wel 🙂
Voordat een fokker zijn veulens ‘goed’ kan verkopen zal zijn merrie(stam) tegenwoordig al de nodige prestaties moeten hebben laten zien. Hij kan geluk hebben gehad dat een (aantal van zijn) veulen(s) bij een goede ruiter terecht is (zijn) gekomen, maar meestal heeft dit al het nodige gekost.
Een fokker die zijn veulens langer aanhoudt en laat aanrijden kan niet eerder zijn fokprodukt met winst verkopen tot blijkt dat het een uitzonderlijk goed paard is. Rekent u maar even uit!
De ‘nette paarden’, gezond, goed, maar misschien niet internationaal, L-geklasseerd, waren eerder in staat hun kosten op te brengen, maar dat is in de huidige tijd niet meer van toepassing.
Fokkers die kunnen verdienen aan hun fokkerij hebben over het algemeen daar al een heel stuk in geïnvesteerd. Er zijn fokkers met kapitaal die dit bedrijfsmatig doen, maar de meeste fokkers zijn géén ondernemers; integendeel. Er wordt niet voor niets gezegd dat fokken emotie is. Anders werd er op dit moment echt niet meer gedekt.
Natuurlijk verdienen fokkers een fokkerspremie.
Of moeten ze allemaal hun paarden houden en laten rijden tot 9 jaar?
Ik gun iedereen het beste, ook de fokker. Die mag wat mij betreft best delen in de winst van het veulen dat ik bij hem/haar heb gekocht en vervolgens heb grootgebracht en heb laten trainen tot een succesvol paard. Maar IK ga die fokkerspremie niet betalen of het moet zo zijn, dat ik van de fokker geld (terug) krijg als het destijds gekochte veulen als paard niet aan mijn verwachtingen voldoet! Het mes moet dus aan 2 kanten kunnen snijden en dat krijg je nooit voor elkaar.
Dus: voor mij is de zaak af als het veulen is geleverd en betaald. Dat lijkt me voor alle partijen het beste want zo is er duidelijkheid en komt er achteraf nooit meer gezeur!
Als er andere instanties of mensen zijn die de fokker van mijn succesvolle paard willen belonen, ga gerust je gang!
Als wij de fokkers waren van (Eurocommerce) London, Tamino, Bubalu of Verdi stuurden wij iedere keer dat ze goed gesprongen hadden een bos bloemen en een dinerbon aan de ruiter en eigenaar om te bedanken. Vervuld van trots en de gedachte dat je geen betere promotie kan bedenken voor je eigen fokkerij waardoor je jouw fokprodukten beter kan verkopen!
Trouwens, de meeste paarden kosten geld als ze internationaal starten. Om even een inzicht te geven:
Inschrijfgeld: € 400,=,
MCP Fee: € 12.50
Reiskosten: km vergoeding en eventueel tol, ca. € 200,= (stelpost)
Afdracht KNHS: € 37.50 (is € 44.50 voor het eerste paard, daarna € 35,= voor het volgende paard)
Daarnaast de normale kosten van het paard per maand: ca.€ 1.000,= tot € 1.500,=
Regeling met ruiter over deling prijzengeld.
Afdracht belasting over het prijzengeld.
En dan hebben we het nog maar niet over de aanschaf en het risico!
Dus fokker: geniet als je fokprodukt goed presteert en zijn kost verdient. En maak de goede keuzes om nog meer van deze produkten op de wereld te zetten.
Met verbazing heb ik de afgelopen dagen de discussie – over het beschikbaar stellen van een fokkerspremie gevolgd – die is begonnen met een statement van Leon Melchior en Jacob Melissen, en een prikkelende column in de Paardenkrant van 27 maart 2013. Voor mijn paarden heb ik te maken met fokkers en ruiters. Vanuit de ervaringen die ik heb, voel ik de behoefte om te reageren. Daarbij ga ik er voor alle duidelijkheid vanuit dat zowel de fokker als de ruiter het hoogste niveau nastreeft.
Het fokken van een goed wedstrijdpaard begint bij de merrie en een passende hengst. Serieuze fokkers van sportpaarden zijn vaak jaren aan het fokken om die ‘optimale’ merrie gefokt te krijgen. Als ze dan na heel veel jaren een ideaal ‘lijntje’ hebben gefokt, hebben zij al heel veel geld geïnvesteerd en (opfok- en gezondheids-) risico’s gelopen. De hengstenhouders investeren eveneens kapitalen om sperma van de beste hengsten te kunnen leveren. Als we de financiële consequenties van de milieuregels en eisen voor het houden en vervoeren van paarden daarbij optellen, zal iedereen begrijpen dat een veulen of 3-jarig paard duur is. Ten tijde van de huidige crisis worden veel veulens en paarden onder de kostprijs verkocht!
Een goed gefokt paard staat niet automatisch garant voor een carrière als topsporter. De ruiters die het paard inrijden, opvoeden en gereed maken voor de grote wedstrijdniveaus hebben veel tijd en geld nodig – met de nodige risico’s – om het paard aan de top te krijgen. Slechts enkele paarden hebben de kwaliteit om op het allerhoogste niveau te kunnen presteren en als je dat als ruiter voor elkaar krijgt, kan ik begrijpen dat je dan de behaalde prijs niet wil delen.
Maar waarom worden de belangen tegenover elkaar gezet? Streven fokkers en ruiters niet hetzelfde doel na? Hebben beiden niet vergelijkbare risico’s? Biedt samenwerken geen nieuwe mogelijkheden? Volgens mij zijn het KWPN en de KNHS de aangewezen organisaties om fokkers en ruiters tot elkaar te brengen. Mogelijk zijn beide organisaties in staat een beloningssysteem op te zetten waar fokkers, ruiters én het Nederlandse paard van kunnen profiteren. Nederlandse paarden zijn nu nog geliefd in het buitenland. Probeer dit zo te houden en te verzilveren! Dat is de beste premie.
Petra Voerman heeft wat mij betreft absoluut gelijk.