Het weideseizoen staat weer voor de deur! Je merkt het al aan de paarden: op elk onbewaakt ogenblik duiken ze op de bereikbare grassprietjes. Voordat je paard weer flink wat uren op de weide kan doorbrengen, is het goed om hem alvast rustig te laten wennen aan het gras. Voedingsdeskundige Marike Jacobs geeft tips.
Als je een paard meteen uit de stal of een paddock in het weiland zet, kan de darmflora van de blinde en de dikke darm verstoord worden. Dit kan nare gevolgen hebben zoals diarree, koliek of hoefbevangenheid. Om dit te voorkomen, is het aan te raden om de grasinname rustig op te bouwen.
“Het meest gunstig is om al vanaf februari of maart te beginnen met wennen”, vindt Marike Jacobs. “Dan moet je aan een halfuurtje per dag denken. Wij raden altijd aan om dit in een week of drie op te bouwen naar vier uur. Concreet kun je het gemiddelde paard per week anderhalf uur langer op het gras laten staan, ervan uitgaande dat je hem elke dag even laat grazen.”
Mestkarren
“Wat goed is om in de gaten te houden, is dat er een periode is dat het gras het hardst groeit. Deze periode verschilt per jaar, maar meestal is het rond deze tijd: vanaf half april tot half mei. Ik herken dat moment altijd aan de boeren die met hun mestkarren beginnen te rijden om het weiland te bemesten.”
“Doordat het warmer wordt bevat het gras veel suikers, waar je voorzichtig mee om moet gaan. Het risico op hoefbevangenheid, koliek en diarree is dan namelijk het grootst. In deze periode is het slim om de tijd dat het paard mag grazen weer iets terug te schroeven.”
Ten slotte nog een laatste tip: veel paarden krijgen dunne mest van gras. Dit kun je tegengaan door het paard vlak voordat hij het land op gaat even een plak hooi te geven. Hierdoor heeft het paard minder honger en zal de vertering van het gras gemakkelijker verlopen.
Iedere verandering roept reactie in het verteringssysteem. Om die verandering zo geleidelijk te maken moeten wij het paard wennen aan die verandering. Het paard zo in de wei te zetten, is vragen naar problemen.