Dressuurruiters moeten voortaan drie in plaats van twee keer naar een CDI (waarvan één buiten Nederland) om in aanmerking te komen voor een kaderplaats. Het bericht dat Horses.nl daar over plaatste, maakte veel los. Dressuur zou hierdoor helemaal een ‘rijkelui-sport’ worden en nieuwkomers maken geen kans meer. Is deze kritiek terecht?
Van: Leunus van Lieren
Voor de junioren is het misschien wat moeilijker om aan de bak te komen. Zelf was ik niet heel erg geschokt ofzo. Voor ons is het in het buitenland meestal gunstiger dan in het binnenland. Het is te hopen dat er genoeg wedstrijden zijn om naartoe te gaan. Dat is meer een punt van zorg. Ik vind het wel goed dat ze één wedstrijd in het buitenland moeten rijden. Ze kunnen niet met een rondje om de kerk in het kader komen. Ze moeten afstemmen op de internationale sport en niet op de nationale sport.
Je zult inderdaad over voldoende geld moeten beschikken om dit te kunnen doen. Maar hoe kom je anders aan de knowhow om goed te kunnen rijden? Je zult les moeten nemen. En vaak lessen, wil je goed worden. Dat is niet gratis. Er is volgens mij nog nooit iemand in het kader gekomen op een manegepaard. Je zult wel bepaalde financiële middelen moeten hebben. Het is ieder zijn eigen puzzeltje hoe je die verwerft. Sommige mensen hebben het heel makkelijk en sommige mensen moeten daar van alles voor doen. Ik heb alles zelf opgebouwd, ben met helemaal niks begonnen.
Ik vind die kaderscore van 75 procent wel absurd hoog. Die eisen zijn te scherp gezet. Volgens mij hebben ze nu niemand meer in het U25-kader zitten. Thamar zit al heel wat jaren in het seniorenkader. Hierdoor blijft ze misschien net in het kader of gaat ze er net uit. Ze willen blijkbaar heel weinig mensen in het kader hebben. Tijdens de Spelen was Thamar thuisblijvende reserve. Als je als thuisblijvende reserve al niet meer in het kader zit, zijn de eisen niet een beetje te hoog? Je kunt je eisen wel hoog leggen, maar het moet wel haalbaar zijn.
Maken nieuwe kadereisen dressuur het nieuwkomers onmogelijk?
