Mode in de paardensport volgens Humberto Tan

Mode in de paardensport volgens Humberto Tan featured image
Stijlvol, maar het mag wat opwindender, smeuïger en gevarieerder. Dat vindt sportkenner en stijlicoon Humberto Tan van de kleding in de paardensport. In een enthousiast relaas deelt hij zijn visie op rijmode.

De Olympische Spelen van 2004 in Athene. Daar dacht Humberto Tan voor het eerst na over rijkleding. Bloedheet was het, met temperaturen tussen de dertig en vijfendertig graden. “Tot mijn verbazing realiseerde ik me dat zowel de springruiters als de dressuurruiters in deze hitte dezelfde kleding droegen als in november”, begint Tan met een lach. De ruiters die hij erover sprak, beaamden dat. “Kijk, daar lopen functionaliteit en traditie uit elkaar”, vindt hij. “In de meeste sporten worden kleding en materialen continu doorontwikkeld, met als gevolg dat kleding verandert. Bij atletiek worden de spikes lichter. Tennissers gebruiken geen houten rackets meer, maar rackets van het lichtere en sterkere carbon. De mode in de paardensport is voor het oog al decennia hetzelfde. Men draagt nog dezelfde broek, dezelfde laarzen, zelfs hetzelfde jasje als toen men een eeuw geleden op jacht ging.” En natuurlijk, de paardensport blaakt van traditie. Volgens Humberto Tan is dat ook haar kracht. “Nee, modieus is de kleding in de paardensport beslist niet. Maar traditie bezit een bepaalde klasse. Ruitermode is heel stijlvol”, meent hij. “Maar toch, je moet daar niet in doorslaan. Rijkleding kan prima heel stijlvol blijven, maar mét een fijne, luchtdoorlatende stof, een bijzonder ontwerp of onderscheidend kleurgebruik.” Als belangrijkste eigenschap van sportkleding noemt Humberto, dat het sporters moet helpen in de sport. “Sportkleding moet comfortabel aanvoelen en bijdragen aan je prestaties. Bij wielrennen is de ene fiets nog lichter dan de andere, maar een té lichte fiets maakt weer instabiel. Het helpt je bij atletiek als je lichte schoenen hebt, maar je moet wel weer een goede feeling hebben met de grond en met je lichaam. Uiteraard snap ik helemaal dat je niet met een wijde, flapperende broek in het zadel kunt zitten, maar waarom moet deze per se beige of wit zijn? Waarom zou je mensen zo willen beperken in hun creativiteit? Creativiteit is de grootste bron van genot.”

Roze

Het doet Humberto Tan denken aan de Olympische Spelen in Turijn, waar hij keek naar het onderdeel verplichte figuren bij het ijsdansen. “Over het beknotten van creativiteit gesproken. Ik wist niet wat ik zag. Ja, de outfits waren enorm gevarieerd, dus gelukkig hadden we nog iets om naar te kijken. Maar niet alleen danste iedereen dezelfde figuren, ze dansten ook allemaal op dezelfde muziek! Het was afschuwelijk.” Met de variatie in ruiterkleding lijkt het niet veel anders gesteld. Vertrouw op de creativiteit van mensen, is Tans devies. “Stappen zetten in de modeontwikkeling past juist hartstikke goed bij de paardensport. Kijk naar de dressuur, waar de Kür op muziek destijds is ingevoerd. Allemaal om de sport nog interessanter te maken voor het publiek. Nu mogen ze weleens wat meer individualiteit van de ruiter laten zien. Als het aan mij ligt komt een ruiter of amazone in een roze broek de ring in. Dan kunnen wij op de tribune zeggen: ‘Oooh, die broek is wel heel roze…’ Dat is ook onderdeel van de beleving van de sport.”

Humberto Tan is liefhebber van de paardensport. “Verstand heb ik er niet van”, bekent hij. “Maar ik vind de paardensport een prachtige sport om naar te kijken.” Hij werkte enkele jaren met het Rabo Talententeam en had veel contact met de oranje ruiters tijdens de Olympische Spelen. Een van de spannendste momenten van de afgelopen Olympische Spelen vond Tan de barrage van de springruiters. “Ik zat op het puntje van mijn stoel”, herinnert hij zich. “Engeland, Nederland, Engeland… Werkelijk fantastisch om te zien.”

Humberto Tan juicht de ontwikkeling dat bekende modehuizen en ontwerpers zich met rijkleding bemoeien van harte toe. De olympische dressuurkleding van het Amerikaanse team werd ontworpen door Ralph Lauren, het Franse team droeg een ontwerp van Hermès. “Fantastisch”, roept Humberto. “Ruiterkleding is zo inspirerend. Hoeveel mensen laten elke dag hun hond uit en hebben buitenkleding nodig? Buitenkleding geïnspireerd door de ruitersport, dat is toch schitterend? Het is de zeilsport ook gelukt. Iedereen draagt zeiljacks. De welbekende doorgestikte jasjes – die ongekend populair zijn in Italië – zijn afkomstig uit de ruitersport. Alleen die connectie wordt niet meer gemaakt. Dus ik denk dat ruiterkleding fantastisch inspiratiemateriaal is, met mooie materialen. Leer, schitterend voor mooie tassen.” Voor zijn eigen merk Humberto ziet Tan niet direct aanknopingspunten. “Ik zit zelf natuurlijk in de confectiepakken. Maar toch, dat mooie bruin en zwart van het leer zie ik wel zitten, voor schoenen bijvoorbeeld.”

Jacket to beat

In tegenstelling tot voetbal, waarbij voetballers beperkt zijn tot het dragen van hun teamkleding, biedt de ruitersport als individuele sport volop mogelijkheden om de persoonlijkheid van ruiters te laten schitteren. “Toch zie je alleen variatie bij landenwedstrijden”, merkt Humberto Tan op. “Dan heb je wel ineens een oranje bies of jasje.” Hij zou dat willen uitbuiten. In een individuele sport moet een stukje individualiteit en persoonlijkheid doorstralen in je outfit, vindt hij. “Als je een aantal grote topsporters moet noemen, dan noem je allemaal mensen met een bepaalde duidelijke persoonlijkheid. Andre Agassi, Jimmy Connors, Roger Federer: drie voorbeelden uit de tennissport. Natuurlijk, in de paardensport is het paard en zijn bewegingen het belangrijkst. De oefeningen die je rijdt en hoe je proef in elkaar zit, bepaalt negentig procent van het succes. Maar ik heb het over die laatste vijf of tien procent van je presentatie. Zeker bij een jurysport als dressuur is dit belangrijk.” Humberto Tan ziet het al voor zich. “Hoe stoer zou het zijn als Anky als olympisch kampioene met een gouden jasje de ring in komt. Letterlijk de ‘jacket to beat’. Daar kan niemand dan omheen. Dat zou toch waanzinnig zijn? Het is maar een idee, ik heb honderden ideeën.”

Volgens Humberto Tan kun je parallellen trekken tussen de paardensport en de golfsport. “Bij golf zie je de meest extreme, uitbundige kledingcombinaties, die wel een bepaalde stijl hebben. Golfkleding moet bijvoorbeeld een kraagje hebben, anders kom je er niet in. Je moet een lange broek dragen en er netjes uitzien”, weet hij. “Tennis heeft dit soort richtlijnen ook, maar tegelijkertijd zie je wel de individualiteit terug bij de sporters.” Een persoonlijke twist biedt ook meer mogelijkheden voor sponsoren. “Als jij je in je kleding kunt onderscheiden, dan raakt een heel andere groep sponsoren geïnteresseerd. Waarom zou je nu als kledingmerk sponsoren? Iedereen ziet er toch hetzelfde uit. Tennis en golf zijn individuele sporten waarbij dat goed gebeurt. Het hoeft niet eens ten koste te gaan van het stijlvolle. Dat kleding met meer sponsorruimte schreeuwerig wordt, is een aanname. Misschien bestaat de angst ervoor. En angst is een slechte raadgever.”

Mode

Na zijn verkiezing tot best geklede man van Nederland begon Humberto Tan zijn eigen kledingmerk Humberto. “Ik werd destijds al regelmatig benaderd door bedrijven om hun kleding te dragen. Inmiddels wordt de kleding verkocht in meer dan zestig winkels in Nederland. Mijn ontwerpers zijn vrij om hun gang te gaan binnen bepaalde kaders ten aanzien van prijs-kwaliteitsverhouding, stoffengebruik en de plaats van productie. Binnen het gestelde raamwerk hebben ze vrijheid van creativiteit. Precies wat ze in de paardensport ook kunnen doen.”Een tipje van de sluier oplichten ten aanzien van de modetrends, kan Humberto Tan niet. “Ik doe voor een deel niet aan mode. Ik doe gewoon wat ik mooi vind”, bekent hij. “Naar de modekleuren kijk ik bijvoorbeeld niet. Wel kijk ik naar wat er goed uitziet en wat ik denk te kunnen verkopen. Modetrends, het is ook wat gewichtigdoenerij. Ik kijk gewoon naar stoffen. Dan zie je ineens dat paars in de lucht hangt, dan doe ik daar wat mee. Of dat de stof aan de binnenkant van hemden ineens mooi zichtbaar is. Noem maar op.” Comfort vindt Humberto Tan vooral belangrijk. “Kleding moet lekker zitten. Verder kies ik altijd kleding binnen een bepaalde smaakrichting. Mijn kleding moet er gesoigneerd uitzien.” Net als zijn totale verschijning. Humberto Tan besteedt aandacht aan zijn verzorging. “Maar zeep gebruik ik nooit. Waarom zou ik? Het droogt de huid alleen maar uit. En hoe vies word je nou eigenlijk?”

Op de vraag of de paardensport nog kan uitkijken naar een mooie ‘Humberto’ – sportcollectie, antwoordt Humberto Tan: “Zeg nooit nooit, maar de kans is heel klein dat ik ooit sportkleding ga beginnen. Er zijn merken die dat zo goed doen. Het wordt wel heel moeilijk om daar tussen te komen.”

Humberto Tan

Humberto Tan (47) is radiopresentator bij BNR Nieuwsradio, Eredivisie Live presentator, eigenaar van het modemerk Humberto en auteur van enkele boeken. In 1999 werd hij uitgeroepen tot best geklede man van Nederland.

Dit artikel verscheen in de special Bit mode lente/zomer 2013.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.