“Het was een lange samenwerking en ik denk best succesvol. We hebben goede teams gehad, maar liepen ook tegen problemen aan die moeilijk te veranderen waren of waar niet direct naar werd gekeken. Hoewel er veel goede jonge ruiters in Australië zijn, moet je voor de echte sport naar Europa. Kijk naar Amerika, die komen deze kant op en dan niet alleen de grote namen, maar ook de aanstormende talenten zodat zij ervaring op kunnen doen”, legt de trainer uit.
Geen goede hulp
“Ik zeg daarbij niet dat de Australiërs geen harde werkers zijn, maar ze missen goede hulp vanaf de grond. Isabell Werth had Dr. Schulten-Baumer, Nadine Cappelmann had Klaus Balkenhol. In Australië kunnen ruiters gerust maanden achter elkaar trainen met alleen een spiegel, zonder trainer. De jonge ruiters in Australië kijken, in mijn ogen, teveel naar het verdienen van geld en denken minder goed na over hoe ze beter worden in hun rijden en trainen van paarden. Kom naar Europa zou ik zeggen en leer”, is De Ridder van mening.
De Ridder gaat zich, nu hij zijn taken in Australië heeft neergelegd, meer concentreren op de ruiters die hij in Europa traint en op zijn eigen dochters.
Bron: Horsemagazine