Ga naar hoofdinhoud

Het belang van goede stalhygiëne

Bacteriën gedijen het best in vocht, vuil en viezigheid. Een vieze stal, voer- of drinkbak, vergroot hun overlevingskansen. Dat kan gezondheidsrisico's voor je paard opleveren. Toch ben je er niet alleen met een goede stalhygiëne. Infecties met virussen, bacteriën en schimmels vinden soms hun weg, ook dwars door schone stallen heen.

Prof. dr. M. Sloet van Oldruitenborgh-Oosterbaan weet alles over stalhygiëne. Ze is als hoogleraar Inwendige Ziekten van het Paard verbonden aan Faculteit Diergeneeskunde (Universiteit van Utrecht). Bit legt haar tien vragen voor.

Hoe zit het met de aanwezigheid van bacteriën op stal?

“Voor bacteriën geldt: deze gedijen het best onder vocht, vuil en viezigheid. Er zijn honderden bacteriesoorten die gewoon in de grond zitten of ergens rondzwerven en alleen kans krijgen als er een voedingsbodem wordt gecreëerd. Dat kan een vieze stal zijn, maar ook een wondje. De tetanus-bacterie zit bijvoorbeeld gewoon in de grond, maar kan alleen toeslaan als er een diep wondje is. Je kunt grofweg een tweedeling maken tussen pathogene (ziekteverwekkende, red.) en niet-pathogene bacteriën. Voor mok en rotstraal geldt: dat zijn meestal geen pathogene bacteriën. Het zijn gewone bacteriën die de overhand gaan nemen bij vocht, vuil of viezigheid. Een vuile stal en gevoeligheid van het individu bepalen of het paard een huidontsteking aan de onderbenen (mok) krijgt.

Wat zijn de gevolgen van een slechte hygiëne op stal?

“Van vuil op zichzelf wordt een paard niet ziek. Een vieze drinkbak, beschimmeld hooi of een vieze stal vormen niet direct een bedreiging voor de gezondheid, in de zin dat het infecties kan geven. Het geeft vooral een praktisch probleem. Een paard drinkt geen vies water en eet doorgaans ook geen beschimmeld hooi. Natuurlijk kan beschimmeld hooi wel koliek veroorzaken en het is ook slecht voor de luchtwegen. Een vieze drinkbak kan indirect een virus helpen verspreiden. En een vieze stalbodem geeft kans op hoefproblemen. In meer extreme gevallen veroorzaakt het een worminfectie, omdat als de mest lang blijft liggen de cyclus van de wormeitjes rond kan komen en een nieuwe infectie kan veroorzaken.”

Hoe ver moet je het dan laten komen?

“Dan heb je het over een aantal weken de stal niet uitmesten. De ontwikkeling van eitje tot worm is drie tot zes weken. Als je een stal regelmatig goed uitmest, komen de wormen nooit rond in hun cyclus/ ontwikkeling. Daarom is het ook belangrijk om de mest uit de wei te halen. De mest verslepen helpt ook, omdat de larven dan makkelijker uitdrogen en de cyclus dus niet rond komt.”

Hoe vaak en hoe moet je de stal schoonmaken?

“Een keer per week uitmesten en daarbij al het schone stro naar de zijkant leggen, is op zich een prima methode en frequentie. Dagelijks de mestballen en zo nodig natte plekken verwijderen is natuurlijk nog beter, maar niet altijd haalbaar. Het is wel belangrijk de stalbodem te laten drogen voor je alles weer opstrooit, gezien de vocht-voorliefde van bacteriën. Bacteriën en virussen kunnen doorgaans slecht tegen droogte. Daarnaast is het goed om de stal, minimaal één keer per jaar, grondig schoon te maken. Met water en een borstel. Als je de stal wilt ontsmetten, omdat er bijvoorbeeld een nieuw paard inkomt, moet deze altijd eerst goed huishoudelijk worden schoongemaakt. Ouderwets met water, zeep en een borstel. Eerst laten inweken en dan borstelen. Ja, dat is arbeidsintensief, maar doe je dit niet, dan is ontsmetten met welk desinfecterend middel dan ook, zinloos. Het is ook oppassen met de hogedrukspuit. Deze kun je prima gebruiken op het moment dat een stal volledig leeg is, dus geen andere paarden meer in de stal, want met een hogedrukspuit worden in de kleine vochtdruppeltjes heel veel kiemen verspreidt.”

Hoe zit dat met een waterbak?

Foto: Arnd Bronkhorst / www.arnd.nl

“Een waterbak in de wei met stilstaand water moet je minimaal een keer per week helemaal schoonmaken. Anders gaat er van alles in groeien. Algengroei is nog niet het grootste probleem, maar daarin kunnen zich ook allerlei kiemen nestelen. En als een paard met een infectie zijn neus in het drinkwater steekt, kan hij op die manier weer andere paarden besmetten. Bij een automatische drinkbak op stal, moet je opletten dat er geen voer of andere viezigheid in komt. Dit gaat namelijk snel schimmelen. Het meest ideaal is om de drink- en voerbak niet direct naast elkaar te hebben. In ieder geval regelmatig vuil en viezigheid uit de drinkbak verwijderen.”

Wanneer kan een huidschimmelinfectie ontstaan?

“Huidschimmels kunnen zich verspreiden via direct contact en via indirect contact via borstels, tuig en boxwanden. De schimmelplekken kunnen overal op het lichaam ontstaan, maar worden vaak als eerste gezien op plekken waar het zadel en het hoofdstel liggen omdat daar veel wrijving is en het meeste zweet. Goede hygiëne, dat wil zeggen altijd voor ieder paard eigen borstels en harnachement gebruiken, is het beste. Als er een schimmelinfectie optreedt, zal de dierenarts een antischimmelmiddel voorschrijven en daarmee kunnen ook de borstels na huishoudelijke reiniging gedesinfecteerd worden. Voor sjabrakken en dekens geldt goed wassen en liefst in de zon laten drogen.”

Is de stal bij uitstek de plek waar kiemen een kans krijgen?

“Ja en nee. Het hangt van de omstandigheden af. Een kleine stal met weinig ventilatie loopt meer kans op verspreiding van virussen en infecties dan een grote stal met een goede ventilatie. En op stal is het risico van verspreiding van virussen over het algemeen altijd groter dan buiten, maar ook daarin geldt een tweedeling. Een goed geventileerde stal is weer beter dan een klein weiland waar veel paarden op elkaar staan. En op gesloten bedrijven komen vaak minder infecties voor omdat er geen nieuwe paarden komen die een infectie kunnen meebrengen.”

Wat zijn de meest voorkomende kiemen?

“De meest voorkomende virussen zijn influenza en rhinopneumonie. De meest voorkomende bacterie is de droesbacterie. Deze verspreiden zich allemaal door direct en indirect contact tussen paarden. Waarbij voor rhinopneumonie geldt, net als het herpesvirus bij de mens, dat als het paard eenmaal drager is, dan kan het later soms weer op spelen. Met name onder stressvolle omstandigheden. Dus dat kan ook op een volledig gesloten bedrijf. De andere kiemen kunnen alleen overgedragen worden, als er een nieuw paard van buitenaf op stal komt, wat het virus bij zich draagt.”

Hoe zit het met het ontstaan van infecties?

Foto: Arnd Bronkhorst / www.arnd.nl

“Kiemen zijn er gewoon en verplaatsen zich, omdat paarden nu eenmaal worden verplaatst. Door het land, door Europa, en over de wereld. Een uitzondering vormt Australië. Dat land is vrij van het influenzavirus. Zij hebben een aantal jaren geleden een uitbraak gehad door import van een geïnfecteerd paard. Met uitgebreide vaccinatiecampagnes en een vervoersverbod zijn ze er weer vanaf gekomen, maar dat heeft heel veel tijd een geld gekost. Dat is gelukt, maar dat kon alleen daar, omdat het een eiland is en het toezicht op import van paarden zeer strikt is. Voor vaccineren geldt dat het zeker zinvol is, mits de infectiedruk niet te hoog is.”

Voor de preventie van virussen zou het ‘t veiligst zijn om je paard zo weinig mogelijk te verplaatsen?

“In theorie wel. Maar in de praktijk geldt: de meeste mensen hebben een paard voor hun plezier. Als een onderdeel daarvan is: lekker op wedstrijd gaan, of in groepsverband het bos in, dan moet je dat voorop stellen. En je kunt stellen: op een volledig gesloten bedrijf zijn er minder problemen. Maar áls er problemen zijn, dan zijn ze groot. Omdat er weinig antistoffen aanwezig zijn bij de paarden. Als je je paard goed laat vaccineren en het paard regelmatig in contact komt met paarden van buitenaf, dan worden ze ook weerbaarder. De eigen dierenarts kan de situatie op een bedrijf het beste beoordelen en dus advies geven wat wel en niet verstandig is.”

Virussen en bacteriën: het verschil

Een bacterie is een eencellig organisme, met eigen stofwisseling, dat zichzelf voortplant door deling. Onder de juiste omstandigheden kan die voortplanting in razendsnel tempo gaan. Veel bacteriën zijn nuttig of onschuldig. Ze verspreiden zich voornamelijk via intermenselijk en dierlijk contact en via contact besmet voedsel, water, afval en voorwerpen. Infecties door bacteriën zijn over het algemeen goed te behandelen met antibiotica.

Een virus is vele malen kleiner dan een bacterie en heeft geen zelfstandig bestaansrecht. Dat wil zeggen dat ze voor hun voortbestaan en voortplanting afhankelijk zijn van de cellen van levende organismen. In tegenstelling tot bacteriën zijn er geen nuttige varianten, alleen ziekteverwekkende. Een virusinfectie kan niet behandeld of bestreden worden met antibiotica.

Bacteriën

Droes is een besmettelijke paardenziekte die wordt veroorzaakt door de Streptococcus equi equi bacterie. Deze vermenigvuldigt zich in de lymfeknopen, met ontstekingen als gevolg. De meest voorkomende symptomen zijn: neusuitvloeiing, zwelling van de lymfklieren, hoesten en koorts. Besmetting treedt meestal op via direct contact tussen paarden of via materialen.
Tetanus wordt veroorzaakt door de bacterie Clostridum tetani en dringt het lichaam doorgaans binnen via een diep wondje. Tetanus uit zich voornamelijk door het verstijven van verschillende spieren. Tetanus verspreidt zich niet via contact.

Rotstraal is een bacteriële infectie waarbij de straal afbreekt en uit elkaar valt. Iets wat meestal gepaard met vies ruikend zwart vocht. Een vieze stal of ondergrond kan hieraan ten grondslag liggen, maar hoeft lang niet altijd de oorzaak te zijn. Doorgaans ontstaan deze infectie door ‘gewone’ bacteriën die overal kunnen voorkomen.

Foto: Arnd Bronkhorst / www.arnd.nl

Mok is een combinatie van verschillende aandoeningen op het onderbeen van het paard, met name in de kootholte. Het uit zich in de vorming van korstjes, geïrriteerde en rode huid, die in verder gevorderd stadium, open kan scheuren. Hoewel ze vaak niet de opzichzelfstaande oorzaak zijn, kunnen mest en urine een belangrijke rol spelen bij het instandhouding en verergeren van de problemen. Ook deze infecties worden meestal door bacteriën veroorzaakt die ook bij paarden zonder problemen op de huid voorkomen.

Virussen

Rhinopneumonie is een virus dat behoort tot de groep van de herpesvirussen. Met als luchtwegproblemen als belangrijkste uiting. Het virus verspreid zich voornamelijk via direct contact tussen paarden, maar kan ook via handen of kleding worden overgedragen. Voor dit virus geldt, dat als een paard eenmaal drager is, het virus bij een verminderde weerstand altijd weer kan opduiken. Er zijn drie ziektebeelden: de verkoudheidsvorm, de abortus en de neurologische vorm. Soms komen die op één bedrijf of zelfs in één paard naast elkaar voor.

Influenza is een sterk besmettelijk griepvirus. Het verspreid zich via direct contact tussen paarden, maar ook via borstels, mensen en de lucht. De belangrijkste kenmerken zijn (hoge) koorts, hoesten en een ‘snotneus’.

 

>> Naar dossier Stal & Erf

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.