Ga naar hoofdinhoud

Gevolg afschaffing btw landbouwregeling, verhoging btw paardenhouderij

Eind december is door de Eerste Kamer in Den Haag een wetsvoorstel aangenomen waar de btw voor de landbouwregeling wordt afgeschaft. Hierdoor ziet de sector paardenhouderij zich geconfronteerd met een verhoging van een aantal btw-tarieven per 1 januari 2018. 

Toen duidelijk werd welke gevolgen dit wetsvoorstel had voor de hippische sector heeft de Sectorraad Paarden – in opdracht van het KWPN, KFPS, Koepel Fokkerij en de FNHO – geprobeerd om politiek Den Haag duidelijk te maken welke gevolgen dit wetsvoorstel met zich meebrengt voor de hippische sector. Helaas is het wetsvoorstel toch door de Eerste Kamer gekomen, met anderen woorden: het wetsvoorstel is aangenomen.

Wijzigingen btw-regelgeving

Per 1 januari 2018 is de btw-regelgeving op twee belangrijke punten voor de paardensector gewijzigd:

  1. De btw-landbouwregeling en veehandelsregeling zijn afgeschaft;
  2. Voor inseminatiediensten, drachtigheidsonderzoeken en voor bepaalde diensten van stamboeken geldt voortaan niet meer het 6%-btw-tarief maar het 21%-btw-tarief.

Voor de exacte regelgeving lees: Wet afschaffing van de btw-landbouwregeling geldend van 01-01-2018 t/m heden

Gevolgen voor hippische sector

De voor de sector belangrijkste concrete gevolgen zijn:

  • Paardenfok- en opfokbedrijven kunnen niet meer de btw-landbouwregeling toepassen, maar moeten de “normale” btw ondernemersregeling toepassen. Zij moeten dus voortaan “gewoon” btw factureren en afdragen en kunnen de hen in rekening gebrachte btw terugvragen.
  • Paardenhandelaren kunnen niet meer de btw-veehandelsregeling toepassen, maar moeten de “normale” btw ondernemersregeling toepassen. Zij moeten dus voortaan “gewoon” btw factureren en afdragen en kunnen de hen in rekening gebrachte btw terugvragen.
  • De bedrijven die tot 1 januari 2018 de btw-landbouwregeling of de btw-veehandelsregeling toepasten, komen mogelijk nog wel in aanmerking voor een teruggave van btw over voorgaande jaren (de zogenoemde “herziening”);
  • Hengstenhouderijen en inseminatiestations moeten voor de inseminatiediensten (waaronder ook embryospoeling en –transplantatie) het 21%-btw-tarief hanteren. Voor de levering van het sperma en een embryo geldt nog wel het 6%-btw-tarief. Ook voor drachtigheidsonderzoeken geldt het 21%-btw-tarief.
  • Stamboeken moeten over de specifieke stamboekdiensten (zoals inschrijving, registratie, keuring) het 21%-btw-tarief in rekening brengen.

 

Advies van de Sectorraad Paarden

De betreffende bedrijven/organisaties doen er goed aan om direct in overleg met hun accountant/boekhouder/adviseur na te gaan welke aanpassingen nodig zijn in facturering, administratie en btw-aangifte, zodat naheffingen achterwege blijven.

Bron: sectorraadpaarden

Lees ook de artikelen op Horses.nl:

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.