Op de voorgaande zeven edities van de Paralympische Spelen won Groot-Brittannië teamgoud maar die hegemonie is in Parijs in gevaar. In de individuele proeven won Nederland drie medailles (Demi Haerkens goud, Rixt van der Horst en Sanne Voets zilver). Amerika deed het met twee keer goud en zilver nog iets beter. De Britten moeten tot nu toe genoegen nemen met drie bronzen medailles. "In Tokio was het heel close met Groot-Brittannië en nu gaat de VS ook een lastige partij worden", blikt bondscoach Joyce van Rooijen-Heuitink vooruit op de landenwedstrijd.
“Het mooie aan de landenwedstrijd is dat we geen wegstreepresultaat hebben, wat ik prettig vind. Het is net als de 4x100m estafette bij atletiek: je mag geen fouten maken. Iedereen moet zo goed mogelijk presteren. Als iemand een mindere dag heeft, kunnen we dat niet compenseren”, vervolgt Joyce van Rooijen-Heuitink.
Offday
“Dat is wat het zo spannend maakt, want we weten het niet. Misschien gaat Frankrijk goud winnen. Of Singapore. Of Italië, ze hebben een paar ruiters die ook boven de 75 of 76 procent kunnen scoren. Dus als een van mijn ruiters een offday heeft, of de VS of GB, kan er van alles gebeuren.”
Trots op kwaliteit van rijden
Toch is Van Rooijen-Heuitink vol goede moed en vol lof over de prestaties van haar vier ‘meisjes’, zoals ze ze zelf noemt. “Ik heb zeer harmonieuze ritten gezien van al mijn ruiters. Ik ben heel trots op de kwaliteit van het rijden. Ik weet dat we goede paarden en goede ruiters hebben, maar om onder druk toch op de meest harmonieuze manier te presteren, dat is wat mij raakt en waar ik zo trots op ben.”
Focus behouden
Van Rooijen-Heuitink is ervan overtuigd dat haar ruiters om kunnen gaan met de druk van de landenwedstrijd. “Ik heb ruiters die hun focus kunnen behouden. Je kunt ze de het veld in sturen en zeggen: ‘ga eropuit en speel’. Natuurlijk voelt iedereen de druk om te moeten presteren, of het nu voor het land is of om geen fouten te maken.”
Presteren en risico’s nemen
“Niemand rijdt daar binnen met de gedachte dat het een gewone dag op kantoor is. Dat zou niet goed zijn, want dan rijd je niet om te winnen. Als je wilt winnen, moet je presteren en risico’s nemen.”
Bron: FEI