Dierenbescherming onthutst over welzijnsplan SRP

Vanmorgen overhandigde De Sectorraad Paarden het plan van aanpak ter verbetering van het welzijn van paarden en pony's in Nederland aan de minister. De Dierenbescherming reageert positief op het feit dat de sector duidelijk aangeeft dat er welzijnsproblemen zijn in de paardensector. De Dierenbescherming is echter onthutst over ‘het gebrek aan visie en daadkracht om die welzijnsproblemen aan te pakken’.

,,Het voorstel bevat veel blabla, met weinig oog voor de praktijk”, levert Frank Dales, directeur van de Dierenbescherming, als commentaar. ,,De sector plaatst zich hiermee buiten de maatschappij. Het is net of ze niet in de gaten hebben wat er buiten gebeurt. Van alle meldingen die de Landelijke Inspectie Dierenbescherming in 2007 kreeg, ging 30 procent over paarden.”

De Dierenbescherming gaf de volgende officiële reactie op het welzijnsplan:
,,Nergens wordt een helder, concreet streefbeeld geschetst in het plan. Waneer is huisvesting van paarden in orde? Welke trainingsmethoden zijn acceptabel en welke niet? Er wordt steeds gevlucht in de vermeende noodzaak tot meer onderzoek om te komen tot een goed beeld van het welzijn van paarden. Of er wordt voorlichting voorgesteld met onduidelijke beoogde effecten. Ook ontbreekt een financiële onderbouwing van de centrale kapstok: het, slechts door de paardensector erkende, Nationaal Hippisch Kenniscentrum. Dat NHK moet onder meer de voorlichting verzorgen.

Maar het meest teleurstellend is de sfeer in het plan: de maatschappij, en dus ook de Dierenbescherming, wordt nergens bij betrokken. Meerdere malen heeft de Dierenbescherming haar hand uitgestoken naar de sector om gezamenlijk te werken aan verbetering van het welzijn, maar deze wordt in dit plan resoluut geweigerd. Ter illustratie: een gesprek tussen de Dierenbescherming en de SRP over een concept van het Plan wordt afgedaan als ‘zou het ter kennisname aan de Dierenbescherming zijn gestuurd’. Op het concept is commentaar gegeven, waarmee, zo blijkt, heel weinig is gedaan.

De Dierenbescherming wil helder zijn: de minister heeft de sector de kans gegeven om te komen met voorstellen die forse welzijnsverbeteringen opleveren. Nu de sector die kans niet grijpt moet de minister doorpakken en komen met een Paardenbesluit. Daarin moet een basis gelegd worden voor het welzijn van paarden. Daarboven kunnen de plannen van de sector, mits concreet en meetbaar, een effect hebben. Dit Paardenbesluit moet ten minste aandacht schenken aan het feit dat paarden groepsdieren zijn die de hele dag lopend op zoek zijn naar voedsel, en daarnaast veel behoefte aan sociaal contact en rust hebben. Concreet betekent dit, zonder volledig te kunnen zijn op dit moment:
a. Paarden moeten permanent zicht-, gehoor- en ruikcontact met elkaar hebben
b. Groepshuisvesting voor veulens
c. Verbod op het langer dan vier uur per dag houden van paarden in stands
d. Minimale boxmaten: tweemaal stokhoogte in het kwadraat
e. Minimaal vier uur per dag weidegang
f. Permanente toegang tot water
g. Het grootste deel van de dag toegang tot ruwvoer
Daarnaast is het zaak schuilgelegenheid te bieden aan paarden die buiten lopen, zodat die naar behoefte kunnen schuilen voor extreme weersomstandigheden, zowel in de winter- als in de zomerperiode. De Dierenbescherming heeft, samen met Levende Have en de NBvH, een brochure opgesteld voor gemeentes en paardeneigenaren zodat die binnen bestaande, soms te strenge, kaders de dieren toch goed bescherming kunnen geven.

Er moet een verbod komen op zweepgebruik bij draf- en rensport. De sector moet verder zelf ander hulpmiddelengebruik beter regelen, omdat de middelen niet worden gebruikt als een communicatiemiddel met het dier, maar als uiting van eigen onvermogen.

Het spenen van veulens in Nederland gebeurt op jonge leeftijd en abrupt. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat dit tot paardenleed leidt, en niet alleen in een korte periode na dit abrupte spenen. De Dierenbescherming wil een uitbreiding van het Besluit Scheiden van Dieren, waarbij de speenleeftijd voor veulens wordt opgenomen, en wordt gesteld op zes maanden. Daarnaast moet de sector zorgen voor richtlijnen voor het spenen van veulens, waarbij de weg der geleidelijkheid moet worden gekozen.

In de nieuwe concept-Wet Dieren wordt het beginsel van ‘nee-tenzij’ verlaten, en kiest de minister van LNV er voor om sport met dieren toe te staan, tenzij ze redenen heeft het te verbieden. Gezien alle consternatie in de paardensport (dopinggebruik, zweepgebruik, discutabele trainingsmethoden) is dit een merkwaardige draai. Dit moet worden hersteld: sport met dieren blijft verboden, tenzij het is toegestaan. Dat betekent dat er met hoge spoed een AMvB paardensport moet worden opgesteld.

Het moet verplicht worden gesteld dat de eigenaar steeds wordt geregistreerd. Dat is in belang van het bestrijden van eventuele besmettelijke ziektes. Ook voor handhavinginstanties is het van belang, omdat op die manier snel de eigenaar van verwaarloosde paarden kan worden opgespoord. Daarnaast moet, om gesjoemel in de handel met paarden te voorkomen, aangegeven worden in het paspoort voor welke gebruiksdoelen het paard nog geschikt is. Dit moet steeds doorgegeven worden aan de registerende instantie.

Paardenmarkten moeten worden verboden, omdat ze voor 95 procent bestaan ter opleuking van dorpsfeesten. Handelstechnisch zijn ze van geen groot belang, hetgeen duidelijk wordt door het geven van aanvoerpremies. Bij de markten die wel handel opleveren zijn de welzijnsproblemen zodanig dat een verbod gerechtvaardigd is (kermis naast de markt, stress bij aan- afvoer, hele dag geen water/eten).

Om het welzijn van paarden verder te verbeteren is veel voorlichting nodig, afgestemd op de diverse doelgroepen binnen de sector. Aansluiting bij het LICG ligt voor de hand: dat heeft een onafhankelijke status, en is daarmee betrouwbaar. Het Nationaal Hippisch Kenniscentrum is door de Sectorraad opgericht, en niet onafhankelijk. De Dierenbescherming neemt hier haar verantwoordelijkheid en start in 2009 een eigen bewustwordingscampagne.”

Bekijk hier de samenvatting van het ‘Plan van Aanpak Welzijn in de sector Paardenhouderij’
Bekijk hier voor het ‘Plan van Aanpak Welzijn in de sector Paardenhouderij’.

De redacties van Horses.nl en De Paardenkrant zijn benieuwd naar de reacties van lezers op het ‘Plan van Aanpak Welzijn in de sector Paardenhouderij’. Geef hieronder je onderbouwde reactie op het welzijnsplan, en wellicht vind je jouw reactie volgende week terug in De Paardenkrant. Om voor plaatsing in De Paardenkrant in aanmerking te komen dien je wel je voor- en achternaam in te vullen. Je kunt je reactie ook mailen naar [email protected].

8 reacties op “Dierenbescherming onthutst over welzijnsplan SRP

  1. pippie

    Deze oeverloze discussie was natuurlijk wel te verwachten!!!!!!!Is het nou zo vreselijk moeilijk om knopen door te hakken.Het gaat hier over paardenwelzijn en iedere paardeneigenaar wil toch het beste voor zijn “lieveling”of zijn toch de roze bandages en het bijpassende dekje het belangrijkste,dit is dus net zo iets als we hebben een nieuw bankstel gekocht en nu past de hond er niet meer bij dan maar naar het asiel.Ik ben er van overtuigd dat er veel leed is door onwetendheid van de eigenaar.Door duidelijk grenzen aan te geven moeten mensen wel nadenken.Mijn paarden gaan iedere dag naar buiten in kuddeverband en als ik zie dat er een grote sociale actie is tussen de paarden onderling dan kan ik daar van genieten een paard alleen zou voor mij geen optie zijn en het houdt ze fris in het hoofd als ze kunnen spelen.De zogenaamde paardenmarkten zijn voor de paarden en pony,s een drama en er wordt nauwelijks gehandeld het leukt het zuipgebeuren eromheen op verder niet.
    Het feit dat een paard geen machine maar een levend wezen is zou veel mensen aan het denken moeten zetten

  2. Paardenvriend

    Iedereen denkt te weten wat goed is voor zijn of haar paard. Het is dus evident dat er richtlijnen vastgesteld worden. Het feit dat de SRP geen of weinig gebruik gemaakt heeft van de input van de Dierenbescherming en/of andere organisaties maakt dat de minister geen andere keus heeft dan dit af te dwingen. In het slechtste geval wordt de SRP er helemaal niet meer bij betrokken. Naar mijn mening heeft de SRP de paarden en de eigenaren een slechte dienst bewezen met dit rapport.

  3. yvonne83

    Het rapport is helemaal niet slecht aangezien er overal aangegeven wordt dat er nog onderzoek gedaan moet worden, maar dit wordt wel op korte termijn verwacht. Bij het opstellen van een wetenschappelijk en respectabel rapport met verboden en geboden, zal je met wetenschappelijke resultaten moeten komen. Aangezien er resultaten in 2009 verwacht worden is dit behoorlijk snel. De vraag is natuurlijk of deze resultaten gebruikt zullen worden en dat er dan een goed rapport komt met verboden en inspectieverplichtingen.

    Ik vind het wel jammer dat er niet op een minimale afmeting van een box gedoeld wordt. Het paard staat er toch het grootste gedeelte van de dag is en het is erg belangrijk dat het paard zich hierin vrij kan bewegen. Je zou eens een shire in een 3×3 stal moeten zien staan….. geloof mij dan is het noodzaak dat de stal groter is. Het is wel zeer goed dat ze de nadruk op ruwvoer gaan leggen want dit is zwaar onderschat op de meeste stallen en veroorzaakt veel stalondeugden en ziekten bij paarden.

    Het argument dat de paardenmarkten moeten blijven voor de inspectiemogelijkheden vind ik een zeer zwak argument. De meeste handel vind via internet en kranten plaats en zeker niet meer via de paardenmarkten. Het is jammer dat ze dit niet inzien, is een zwak punt waaruit blijkt dat ze het paardenhandelgebied duidelijk niet overzien.

    Het argument van een van de lezers hieronder, dat de stallen dan allemaal andere afmetingen moeten hebben, de uitbreidingsmogelijkheden niet aanwezig zijn en dat er geen land mogelijk is bij paardenobjecten vind ik nonsens. Als je paarden wilt houden, zal je moeten zorgen voor de juiste accomodatie, net zoals wanneer je en bedrijf opstart/ flat bouwt e.d.
    Bij paarden houden betekend dat je de ruimte heb om ze buiten te laten lopen. Als jij alleen maar 20 paarden kan houden door ze in stands of te kleine boxen te zetten, betekend dat je dus teveel paarden hebt op een te kleine accomodatie! Dus of een andere accomodatie zoeken of minder paarden houden. En is het een goed punt dat wij het leefgebied van dieren hebben overgenomen? Zouden wij daarom geen rekening moeten houden met de natuurlijke behoeften van de dieren? En wat betreft de ruik-, hoor- en zie afstand tussen paarden… zouden we dit moeten verbieden voor het geval dat er ziekte uitbreekt? Kom op zeg, zullen wij mensen dan ook maar geen contact meer hebben voor het geval het ebola-virus uitbreekt ? Dieren in een isolement is niet gezond, geen enkel levend wezen wordt daar gelukkig van.

    Ik hoop echt dat dit rapport en de gevolgen hiervan serieuze consequenties gaan hebben ten goede van de paarden. Dit is echt nodig zeker als je ziet wat er allemaal in de paardenwereld gebeurt!

  4. nuchtere vriend

    Laten we voorop stellen dat het natuurlijk goed is dat er regels zijn. Laten we dit in dit over georganiseerde land aub niet te ver door slaan. Het verwaarlozen van paarden vind niet plaats bij de liefhebber met 1 paard maar meestal bij iemand die (te) veel paarden heeft en meestal voldoende kennis van de paarden en het houden van paarden heeft. Laten we samen ook proberen onze paarden zo goed mogelijk te houden. Natuurlijk komen er bij de dierenbescherming (te) veel meldingen binnen over het verwaarlozen van paarden en andere dieren. Uit eigen wetenschap is het mij bekend dat het meestal gedaan wordt door onwetende mensen, en dat er meestal niets aan de hand is. Deze mensen vinden het al zielig als een paard een natuurlijke houding aan neemt in de wei als het regent, nl met de kont naar de regen gaan staan en de hoofd naar beneden laat hangen. Helaas zijn er soms schrijnende gevallen bij. Laat de daartoe bevoegde organisatie hier echt wat aan doen en verbied zulke mensen nog ooit paarden te houden. Helaas is er nagenoeg geen rechter in ons land te vinden die dat durft uit te spreken. Ook hierbij is het zoals met vele misstanden in ons land dweilen met de kraan open. Dierenbescherming, AID en de politie krijgen hierbij vaak niet de gelegenheid adequaat op te treden en blijft het bij waarschuwen, nogmaals waarschuwen en weer waarschuwen enz enz enz. Natuurlijk zijn er misstanden. bv het coupeerverbod is allang van kracht. Ook dit wordt door velen aan de laars gelapt zonder dat er daadwerkelijk iets aan gebeurdt. Het voorstel om veulens pas met 6 maanden te spenen lijkt mij zeer overtrokken. Kijk maar eens hoe vooral de betere moeders onder onze merries zich helemaal weggeven aan het veulen waarbij bijvoeren vd merrie vaak niet helpt daar ze alles aan het veulen geeft die dan weer veel te vet wordt. Het spenen is en bljft altijd vervelend voor het veulen. Dit is vlgs mij met de 6 maanden niet minder als met de 4, 5 maand wanneer de meeste veulens gespeend worden. Iedere fokker zal ook als het kan meerdere veulens samen spenen. Als dat mogelijk is dat natuurlijk veruit het beste. Het blijft natuurlijk ook zo dat als een paard uit de groep gehaald wordt dit voor het paard bijna altijd als vervelend wordt ervaren, zij het meestal van korte duur.

    Ook de afmetingen van de boxen is te gek voor woorden dat we daar zoveel over moeten praten. Het paard moet zoveel mogelijk buiten lopen. Dit biedt zoveel voordelen voor paard en de eigenaar. Het regels opstellen dat paarden niet te lang binnen mogen staan, wat op heel veel plaatsen het geval is, is veel noodzakelijker. Dat je dan grotere boxen moet hebben is natuurlijk wel noodzakelijk maar zou niet nodig moeten zijn.

    Het is ondoenlijk om alle punten hier aan te halen maar ik denk als we samen ons “nuchtere boerenverstand” gebruken en vooral elkaar op mistanden aanspreken we een heel eind komen. Naar mijn mening is het slecht om alleen maar naar de harde roepers te luisteren. De meeste, die er verstand van hebben zeggen helaas niets en ergeren zich mateloos aan een hoop oeverloos gezwam van mensen die zich, “niet gehinderd door enige kennis van zaken” er mee willen bemoeien.

  5. pipido

    Liefhebbers met 1 paard verwaarlozen hun dier misschien niet, maar of dat dier bij hun happy is, en het welzijn daar nou zo goed is, is de vraag.Een paard heeft vind ik een maatje nodig. En vaak denken de mensen ook dat ze er goed aan doen om bv hun paard tegen de kou te beschermen door hem 3 dekens om te doen, veel stro (dus stof!) in de stal te doen en dan de deur dicht, zodat er lekker geen frisse lucht binnen komt. En dan verbaasd zijn als ie begint te hoesten en copd ontwikkelt! Erg goed voor het welzijn!
    En ze kunnen makkelijk zeggen dat paarden in groepen moeten, en dat kan vaak prima, maar vergeet niet dat daar het recht van de sterkste geldt! Wij hebben onze merries allemaal samen buiten, maar er is weldegelijk een rangorde. als nr 3 brutaal wordt, dan wordt die wel even door de baas met de achterbenen geslagen, niet altijd zonder gevolgen. Niet fijn als je paard daardoor kreupel komt te staan of erger. Kunnen ze wel zeggen dat paarden samen moeten, maar soms is het toch beter van niet, je moet wel flexibel met de regels om kunnen gaan, maar dat beseffen de mensen die de regels maken niet altijd

  6. harriet1428

    samen met mijn gezin zorgen we voor 30 paarden, de oudste daarvan is midden 20 en de jongsten zijn dan sinds 1 januari jaarlingen
    zowel hengsten en merries.
    7 ervan worden gereden, 3 fokmerries en de rest
    zijn jaarlingen, twenters en 3 jarigen die nog onder het zadel gaan.
    8 paarden staan op stal de rest in groepshuisvesting
    de stallen zijn 3.5 bij 3
    Ook al zou je wel willen, je kunt niet alle paarden bij elkaar in in weide doen
    Ik ben wel van mening dat ze zoveel mogelijk
    buiten moeten kunnen zijn, In de winter zijn ze buiten van ongeveer 11.00 uur tot een uur of zeven en in de zomer zijn ze s,nachts buiten
    en geven ze ’s morgens zelf wel aan wanneer ze naar binnen willen, hoe warmer dat het is hoe eerder dat ze aan de draad staan, en dat allemaal, ze vinden die steekvliegen erg vervelend, de uitkomst zou dus zijn schuilhutten, maar ja dat vinden de meeste gemeente naar niets, ten allertijden schoon water lijkt me vrij logisch, voldoende ruwvoer kan niet moeilijk zijn om daarvoor te zorgen, toch zie ik in mijn omgeving veel paddocks of weides waar niet vaak een paard in staat omdat het paard op stal staat, anders wordt hij zo smerig, als wij op concour zijn is onze schimmel niet altijd spierwit zeker deze tijd van het jaar, gaan we hem echt niet wassen.
    Ik lees bij de reaktie van de dierenbescherming het stukje over afspenen van de veulens, niet jonger dat 6 maanden en geleidelijk??? Zelf hebben we een merrie die met ongeveer 5 maanden niet vriendelijker wordt tegen haar veulen en ik zou dan ook niet willen wachten tot het veulen 6 maanden oud is want dan heb je een erg bang veulen. Je kunt een veulentje natuurlijk niet alleen i een stal stoppen, altijd er voor zorgen dat het een stalgenootje heeft dan gaat het afspenen prima, zijn moeder en kind een dag onrustig en dan is het leed alweer geleden, geleidelijk afspenen kan ik me niets bij voorstellen, lijkt me een drama voor de merrie en het veulen.
    tot slot vraag me wel af wie al die regels wil kontroleren, daar komt toch niets van terecht,
    denk aan het rookverbod in de meeste cafe,s staat de asbak allang weer op tafel.
    Er zijn een heleboel dieren die nooit buiten komen, zelfs het daglicht niet zien.
    Kippen, varkens, meststieren dat is nou eenmaal het nadeel van een consumptiemaaschappij

  7. wilmapasveer

    Ik zou graag willen reageren of het afspenen van veulens.
    Bij het afspenen van veulens kijk ik naar het volgende.
    Ten eerste is het veulen geschikt om af te spenen (goed gezond en kan zelfstandig veel krachtvoer en ruwvoer eten),
    Ten tweede hoe is het met de merrie (gaat zij ondanks bijvoeren in conditie achteruit of kan ze het goed aan).
    Als alles normaal is speen ik het liefst af bij 5-6 maanden. Bij eerder afspenen heb ik minder goede ervaringen opgedaan. Het kan wel, maar je moet dan wel heel erg goed oppassen om te voorkomen dat het veulen in conditie terugvalt.

    Bij het normale systeem blijft het veulen in de kudde waar hij steeds is geweest en de merrie wordt apart geplaatst op een schrale weide. ‘S avonds worden ze op stal naast elkaar in de box geplaatst, maar kunnen niet bij elkaar komen.
    Merrie en veulen worden ongeveer 2 maanden gescheiden en daarna weer herenigd met de kudde. Dit is een rustige overgang, waarbij stress voor merrie en veulen tot het minimum beperkt blijft.

    Omdat de weerstand van het veulen op 6 maanden op het minimum is, krijgt de weerstand zijn beste opstart door het veulen te enten voor tetanus en influenza. Vervolgens veel ruwvoer, krachtvoer, weidegang in een droog weiland en alleen op stal bij slecht weer (hele dag regen of strenge vorst). Op deze wijze krijg je het veulen prima de eerste winter door.
    Dat kun je controleren door iedere maand de hoogtegroei te controleren. Als alles goed is heeft het veulen een regematige groei tot 12-15 maanden; na dit moment vlakt de groeicurve af.
    Als de groei in de winter niet regelmatig is, moet je in actie komen.

    Met vr. groet, Wilma

  8. Chantal

    De negen ethische Principes voor de paardenvriend, Voor de eerste maal uitgegeven in 1995 door de duitse ruitersportbond, nu overgenomen uit het boek:Dressuur onder vuur. Daar we met velen toch vechten voor de goede zaak (een paardwaardig bestaan) hoop ik dat ze het mij vergeven dat ik het copieer.

    1 Een ieder die zich met een paard bezighoudt, neemt de verantwoording voor het levende wezen dat aan hem is toevertrouwd.

     2 De manier waarop het paard wordt gehouden, moet in overeenstemming zijn met zijn natuurlijke behoeften.

     3 Aan de fysieke en psychische gezondheid van het paard moet de hoogste prioriteit worden gegeven, ongeacht het gebruik van het paard.

    4 De mens dient ieder paard evenveel respect te tonen, onafhankelijk van ras, leeftijd en geslacht en van zijn gebruik voor fok, recreatie- of wedstrijdsport.

    5 Kennis over de geschiedenis van het paard, zijn behoeften en de manier waarop ermee moet worden omgegaan, maken deel uit van ons cultuurhistorische erfgoed. Deze kennis dient te worden gekoesterd en overgedragen en aan volgende generaties te worden doorgegeven.

    6 De omgang met het paard heeft juist voor jonge mensen een persoonlijkheidsvormende betekenis. Dit aspect dient steeds in acht te worden genomen en te worden bevorderd.

    7 De mens die samen met het paard sport beoefent, dient zichzelf en het paard dat hem is toevertrouwd aan een opleiding te onderwerpen. Het doel van iedere opleiding is de grootst mogelijke harmonie tussen mens en paard.

    8 Het gebruik van het paard in de topsport en in de hobbymatige rij-, men- en voltigesport moet zijn afgestemd op zijn aanleg, zijn prestatievermogen en zijn bereidheid om te presteren. De beinvloeding van het prestatievermogen door medicamenten alsmede door niet paardvriendelijk handelen door de mens moet worden afgewezen en bestraft.

     9 De verantwoordelijkheid van de mens voor het hem toevertrouwde paard heeft ook betrekking op het levenseinde van het paard. Het belang van het paard staat hierbij voorop.

     Aldus overgenomen uit het boek: Dressuur onder vuur, geschreven door Gerd Heuschmann.

    Ik denk dat er een grote taak ligt weggelegd bij veel rij-instructeurs en instructrices. Daar ligt voor velen de eerste kennismaking met het paard. De meesten zijn zeker goed gekwalificeerd, ik denk alleen dat er ook heel wat mensen lesgeven die er echt geen verstand van hebben en die mogen wat mij betreft eerst weer terug naar school en papieren halen. Laat dmv. een diploma maar zien dat je voor de paarden wat kan betekenen. En dan kan je tijdens de les ook wat vertellen over de huisvesting van paarden , kunnen de paarden even bijkomen aan een lange teugel.

    m.vr.gr.Chantal Zijlmans-Meijer

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

You might also like