Door de eeuwen heen waren de status en allure van een goed en mooi paard van grote waarde. Niet vreemd dus dat er door vorstenhuizen in alle maten en smaken gefokt werd. Zo ook door de Oranjes. Eén van de eerste bekendere fokkers was prins Maurits van Oranje (1567 – 1625), zoon van Willem van Oranje. Ook de koningen Willem II (1792 – 1849) en Willem III (1817 – 1890) waren fanatieke paardenfokkers en ruiters. Koning Willem II stond ook bekend als een uitstekend ruiter. Zijn favoriete paard Wexy overleed op twaalfjarige leeftijd door een schotwond tijdens de slag bij Waterloo. De donkere vos werd opgezet en staat nog altijd in de Koninklijke Stallen in Den Haag.
Van zowel vader koning Willem III als moeder Emma kreeg koningin Wilhelmina de liefde voor paarden mee. Ze was een uitstekende amazone die ook de menkunst machtig was. In tegenstelling tot haar moeder kon dochter Juliana paarden minder waarderen, terwijl haar echtgenoot prins Bernard – totdat rugklachten roet in het eten gooiden – een fanatieke ruiter was. Evenals hun dochters. Het was Bernard die met de prinsesjes deelnam aan wedstrijden en ze als toeschouwer meenam naar hippische evenementen. Later galoppeerde koningin Beatrix vol overgave met echtgenoot Claus en kroonprins Willem-Alexander over het Scheveningse strand of maakte ze ‘incognito’ dagtochten over de heide van Dwingeloo waarna er bij ‘Onder de Eiken’ een hapje en drankje genuttigd werden. Koningin Beatrix is nog steeds een actieve amazone.
Hopelijk duiden de bewezen rijkunsten van de aanstaande koning op zijn (morele) steun aan de hippische sport. En ook prinses Maxima is de rijkunst machtig. Aangezien de dochters van het aanstaande koningspaar inmiddels hun eerste ponyrijlessen achter de rug hebben, zit het erin dat we bij het aantreden van koningin Amalia straks weer een fanatiek rijdende vorstin krijgen.
Het volledige artikel verscheen woensdag 24 april in De Paardenkrant.
Tekst: Bart van den Hoek