Het gevoel dat er met erfelijkheid nog veel aan spring- en dressuurpaarden te boetseren valt, was me ooit bekropen toen ik met de hond in de wachtkamer van de dierenarts zat. Daar hing een poster van de verschillende hondenrassen. Kleine, grote, gekrulde, kale, stompe, spitse, alle denkbare gedrochten waren de afgelopen eeuwen ontwikkeld uit wat oorspronkelijk toch één basistype hond geweest moet zijn.
Shire en Shetlander
De poster ernaast sprak trouwens ook boekdelen: de Shire en de Shetlander waren toch echt op een steenworp afstand van elkaar ontwikkeld tot extreme varianten van de basisvorm equus. Als selectie op trekkracht, c.q. transport in de mijnen al tot zulke enorme verschillen kan leiden, dan moest de fokkerij van spring- en dressuurpaarden nog een grote belofte herbergen.
Genetische mutaties
Geneticus Jonathan Pritchard van Stanford University heeft vastgesteld dat er nog steeds een dynamiek is tussen DNA en het milieu dat ons omgeeft. Elk individu wordt geboren met 30 tot 50 toevallig ontstane genetische mutaties. Selectiedruk (de springsport, de dressuursport) geeft voordelen aan de beste individuen: Cornet Obolensky en De Niro krijgen veel nakomelingen. En zo borrelen de gewenste eigenschappen met het verloop van generaties op in de populatie.
Het onderzoek van Stanford laat de genetische veranderingen zien die Tibetanen in staat stellen om de ijle lucht van de Himalaya te verdragen, die het mogelijk maken dat Inuit overleven op een zeer vet dieet en dat Afrikaanse volkeren resistent zijn tegen malaria.
Snelle evolutie
Van grote betekenis voor de fokkerij van sportpaarden is de constatering van Jonathan Pritchard dat juist veranderingen van de lichaamsvorm zich lenen voor een snelle evolutie. De talloze genen die hier invloed op hebben laten zich over generaties gemakkelijk ‘sturen’, waardoor de lichamelijke eigenschap snel zichtbaar wordt. Zo worden Noord-Europeanen in rap tempo langer en blonder.
Als je bedenkt dat we nog maar kort geleden begonnen zijn met een gerichte selectie op spring- en dressuureigenschappen, dan is er nog een hoop klei over dat wij tot de gewenste vorm kunnen boetseren. Bravere dressuurpaarden met meer oprichting en vlijt, het kan. Sensibeler springpaarden met alle vermogen, we kunnen nog wel even vooruit. Amerikaanse cowboys ontwikkelden door selectie zelfs paarden met het instinct van een herdershond.
Biologische limiet
De vooruitgang is overigens niet eindeloos. Bij renpaarden is de biologische limiet aan snelheid al lang bereikt.
Dirk Willem Rosie, hoofdredacteur