Ik kan me totaal niet vinden in de manier waarop mijn paard Honnerups Driver is beoordeeld op het WK voor jonge dressuurpaarden in Verden. Vorig jaar wonnen we het WK en nu kwamen we niet verder dan de vijfde plaats.
Driver is een zoon van Blue Hors Romanov en het beste paard dat ik te rijden heb. Ik had het gevoel dat hij nog nooit zo goed heeft gelopen als afgelopen weekend in Verden. Totdat de scores zichtbaar werden op het scorebord, had ik veel meer verwacht dan een vijfde plaats. In mijn ogen is hij in het afgelopen jaar alleen maar verbeterd en dan zou er toch weer een eerste plaats in moeten zitten?
De jury gaf aan dat ze de draf te veel naar passage vonden neigen en daarom tot dit puntenaantal was gekomen. In die uitleg kan ik me niet vinden en ik vraag me af hoe een paard dan moet worden voorgesteld. Honnerups Driver draaft inderdaad niet heel snel, maar moet ik hem dan over zijn tempo laten lopen om tot hoge cijfers te komen?
In Verden gaat het – als ik het allemaal nog goed kan begrijpen – om te kijken welke paarden de meeste aanleg hebben voor de Grand Prix. In mijn ogen valt mijn paard daar zeker onder.
Jonge paarden
Natuurlijk ben ik teleurgesteld over de uitslag. Je komt de ring uit en denkt dat je een super proef hebt gereden en eindigt op de vijfde plaats. Maar mijn teleurstelling is niet de hoofdreden dat ik er niets meer van begrijp.
Het publiek en de pers begrepen evenmin waarom Driver zo laag uitkwam in de uitslag. Dat zegt in mijn ogen wel wat.
Dit wetende is het denk ik goed als het beoordelingssysteem voor jonge paarden eens onder de loep wordt genomen. Wat zijn nou precies de criteria waar de jury in Verden op let? Ik kan u dit niet vertellen en ik denk dat eigenlijk bijna geen enkele persoon dit kan. Ik vrees dat de beoordeling in Verden te veel afhankelijk is van persoonlijke voorkeur van de juryleden.
Ik pleit voor het opstellen van richtlijnen waarin staat wat er van de jonge paarden wordt verwacht. Dat hoeft niet zo ver te worden doorgetrokken dat de eisen gelijk staan aan het rijden van een proef zoals je in de basissport zou doen. Maar ik heb behoefte aan duidelijke richtlijnen waarin staat waar een potentieel Grand Prix-paard aan te herkennen is.
Natuurlijk zal altijd enige voorkeur van de jury een rol blijven spelen, maar het moet voor de ruiters wel duidelijk zijn hoe een paard moet worden voorgesteld. Dat spoor was ik bijster in Verden.
Blijven nadenken
Sowieso vind ik het goed om te blijven nadenken over hoe we proeven voor jonge paarden kunnen blijven verbeteren. In mijn ogen is het belangrijk dat zo’n paard een mooie zelfhouding toont, bewerkbaar is, correct over de benen gaat en al een zekere mate van gedragenheid toont.
Op het WK voor jonge dressuurpaarden zijn ze op zoek naar potentiële dressuurtoppers. Die kun je alleen beoordelen als ze al enigszins verzameling laten zien.
In Verden wordt nu ook te veel waarde gehecht aan de gehoorzaamheid. Ik vind het niet zo erg als een paard een keer schrikt in een proef. Zelfs als daaruit een taktfoutje ontstaat. We hebben het immers over vijf- en zesjarige dressuurpaarden, dus dat die een keer schrikken op een groot evenement als Verden kan ik me goed voorstellen.
Bovendien komen ‘dode dienaars’ nooit tot Grand Prix-niveau. Dat is alleen weggelegd voor de paarden die wat sensibeler zijn.
Niet te veel vragen
Afrondend is het in mijn optiek goed om te voorkomen dat we te veel gaan vragen van de jonge paarden. Als we willen dat de vijf- en zesjarigen waar we het over hebben de Grand Prix gaan halen, moeten we zuinig op ze zijn.
Veel winnaars van het WK voor jonge dressuurpaarden zijn niet tot de absolute Grand Prix-top gekomen. Dat bewijst dat het systeem om talent te herkennen niet optimaal is.
Ik hoop met mijn verhaal te hebben aangegeven dat ik het niet eens was met de beoordeling, dat erover wordt nagedacht en dat er volgend jaar verbeteringen volgen.
Andreas Helgstrand is internationaal Grand Prix-ruiter en heeft in het Deense Vodskov een dressuurstal. Op het wereldkampioenschap in Verden won hij afgelopen weekend een gouden medaille met Uno Donna Unique (Don Schufro x Falkland) bij de zesjarigen.
Deze opinie verscheen vrijdag 13 augustus 2010 in De Paardenkrant.
Misschien moet u eens een kijkje nemen bij uw landgenoot Bent Branderup want hem lukt het wel “dooie dienaars” tot Grand Prix niveau en zelfs tot Hoge School af te richten met de juiste training!!!
Geachte meneer Helgstrand,
u hebt gelijk dat het jureren op wedstrijden soms, of zal ik liever zeggen, te vaak onduidelijk is en men als ruiter niet weet, wat er gevraagd is.
Ik ben van hetzelfde mening, te vaak beoordelen de juryleden alleen maar naar hun voorkeur, niet naar bepaalde rechtlijnen.
En dit gebeurt, ofwel er al rechtlijnen bestaan voor het beoordelen van een jong paard (bijv. neergeschreven in de rechtlijnen “Reiten und Fahren” of in de Duitse boek, waarin de Dressuurproeven neergeschreven staan). En al deze rechtlijnen hebben hetzelfde oorsprong, de “Skala der Ausbildung”.
Dus, misschien moeten wij niet roepen naar rechtlijnen maar naar een betere opleiding van de juryleden.
MvG
A-C Schramm
Een heel goed stuk van een vakman, die heel wat meer paarden op Grand prix niveau heeft uitgebracht dan Bent B. en daarmee dus ook wel weet waarover hij praat! Het zou heel goed zijn als zijn opmerkingen serieus worden genomen en er daadwerkelijk richtlijnen komen.
welkom in mijn wereld, als je met een tinker rijdt wordt je altijd zo beoordeeld , dressuursport is een jurysport en helaas hebben we daar niks over te zeggen wat een mening is van een jury
Een dooie diender oftewel een flegmatiek paard kan misschien dan wel de GrandPrix oefeningen leren , maar een GranPrix proef aan elkaar rijden en tot het einde blijven lopen is weer een ander verhaal !
Dus ik begrijp wel wat Dhr. Helgstrand hiermee bedoeld.
En jonge paarden mogen toch best een keer schrikken en opzij springen ?
Ook daar heeft hij gelijk in.
Maar ik zie het nut van dat soort wedstrijden helemaal niet in.
Als je ziet wat die paarden al moeten doen om daar te komen(4 en 5 jarige pavocup bv)!
de meesten “toppers”zijn kapot gereden voordat ze aan het grote werk toe zijn.
Als je met een Tinker of een ander ras dat niet gefokt is om dressuur mee te rijden in de dressuur ring verschijnt, krijg je niet minder punten omdat het een paard van dat ras is maar omdat het paard vanwege de beperkingen die dat ras meebrengt het gevraagde minder goed uit kan voeren.In de klasse b zal het nog niet zo’n probleem zijn maar daarna word het moeilijker.
Mensen moeten eens meer zelfkritiek hebben en niet meteen de jury de schuld geven.
Mijn dochter van 15 rijdt op een tinker in de B klasse, en ook hier jueren ze niet eerlijk, zeker dat je leest dat ze in de B klasse jonge kinderen willen stimuleren om verder te gaan in de dressuursport, afgelopen zondag nog meegemaakt, nadat mijn dochter een nette proef had gereden hield ze 165 punten over, een paardje na haar, bokkend en steigert het proefje deed niet om aan te zien hield toch 183 punten over, vind ik toch vreemd.
De jury moet de proef beoordelen op hoe het eruit ziet, hoe het paard de oefeningen doet. Niet wat voor ras het is, wat voor kleding de ruiter/amazone aan heeft.
Ik vind het onzin dat je met alleen dressuurpaarden de ring in mag. ALLE paarden kunnen dressuur, maarkt niet uit wat voor ras. Als je ze maar op een goede manier traind.
Je mag met ALLE paarden dressuur rijden , maar je maakt het jezelf niet makkelijk door met een paard van een ras te rijden die veel dingen tegen heeft in bv zijn bouw en bewegingsvorm.
Een paard met een korte zware hals en zware kaken buigt moeilijker af.
En een paard wat zijn achterbenen niet onder de massa brengt en dus niet gedragen kan lopen kun je al jury ook geen hoge cijfers geven.
Als je geluk hebt krijg je een 6 en dan moet de rest kloppen anders kom je nooit aan een winstpunt.
Je kunt als jury geen cijfers geven voor dingen die je niet ziet.
Ik snap ook niet waarom mensen dressuur willen rijden met paarden die om bovengenoemde redenen hiervoor niet geschikt zijn.
Die paarden moeten dingen doen die ze eigenlijk niet kunnen, sneu voor het paard dus !
Ook niet ieder mens is geschikt om balletdanser te worden of atleet.
Een paard wat correct gebouwd is en normaal beweegt(en dat hoeft geen duur paard te zijn !) kan een heel eind komen met geduld en goeie africhting.
Een paard wat zijn bouw en bewegingsvorm tegen heeft KAN het niet.
ik ben het helemaal eens met jeanine, waar het tegenwoordig om gaat is geld , ik vraag me weleens af waar het plezier is gebleven in de paardensport , gelukkig kunnen wij nog genieten van onze paardjes of er nu 200 of 165 punten te rijden , elk paard heeft als basistraining dressuur nodig of het nu een koudbloed is of warmbloed ,groot klein ,lelijk of mooi , de jury moet niet blijven hangen in de zeventige jaren maar met de tijd mee gaan , gelukkig komen we met onze tinkers steeds meer juryleden tegen die het wel waarderen dat we dressuur rijden
Dat het om het plezier van het rijden gaat is inderdaad waar , daar hoef je trouwens geen wedstrijden voor te rijden.
Ik vraag me als jury vaak af waarom mensen (wedstrijd)rijden.
Het ziet er niet uit alsof ze het leuk vinden, de paarden ook niet en ik als jury vind er ook niks aan.
Maar het is niet zo dat je alleen met dure paarden kunt scoren.
Ik heb nooit een duur paard gehad en heb toch altijd aardig mee gereden.
Het is alleen wel zo dat een paard met meer kwaliteit zich makkelijker een foutje kan permitteren omdat ze dat op andere onderdelen compenseren.
Als de basiskwaliteit van bewegen voor een 8 is kun je best een onvoldoende hebben.Als de basiskwaliteit van bewegen een 6 is , wat het geval is bij bv een koudbloed , fjord, tinker(als dressuurpaard), mag er niks fout gaan.
Dat heeft niks te maken met een voorkeur voor een ras maar wel met het beoordelen wat er in de ring gebeurd en daar worden punten voor gegeven en opgeteld.
Ook mensen met als dressuurpaard gefokte dieren rijden soms slechte proeven en krijgen dan ook geen punten.