Over lef gesproken

Over lef gesproken featured image
John SwaabFNRS-directeur Wilfred Franken schreef eind september in De Paardenkrant: ‘Het hippisch onderwijs mist lef om stappen te zetten’. Zo’n titel trok natuurlijk direct mijn aandacht, omdat ik regelmatig aandacht besteedt aan het gebrekkige onderwijs. Met als gevolg nauwelijks opgeleid personeel voor het paardenbedrijf. Dan heb ik het niet over de opleiding van ruiters c.q. africhters, want daar is helemaal geen opleiding voor.

Wat mij echter verbaast, is dat de directeur van de FNRS dit schrijft. Hij vertegenwoordigt namelijk het hippisch onderwijs. FNRS betekent Federatie Nederlandse Rijscholen en rijscholen zijn er om te onderwijzen. Hij heeft helemaal gelijk als hij zegt dat er veel geld en tijd wordt verspild met allerlei zogenaamde opleidingen waar men niets kan leren dat met het paardenvak te maken heeft. Ik heb het dan over de rijkunst, het aanrijden van jonge paarden, het africhten en gebruiksklaar maken voor de toekomstige eigenaren.

Op geen van die scholen is een docent aanwezig die dat zelf beheerst. Laat staan dat hij dat kan overbrengen. Reden waarom men op die scholen dan ook zegt dat je na het behalen van je diploma ook nog beleidsmedewerker bij de gemeente kan worden. Gekker moet het toch niet worden.

Wat ik niet begrijp, is de houding van het KWPN wanneer het gaat om de opleiding van bekwame africhters. Mensen die in staat zijn Nederlandse topfokproducten op de juiste wijze voor te bereiden voor de toekomstige eigenaren. Het KWPN dient het belang van de fokkers wanneer zij zich sterk maakt voor een juiste basisopleiding van hun fokproducten, zodat de gemiddelde leeftijd van een paard niet zeven jaar is maar zeventien. Dat heeft mijns inziens alles te maken met een goede basisopleiding op de juiste leeftijd.

Waarin ik het helemaal niet met Franken eens ben, is wat betreft de kennis die hij de toekomstige instructeurs/medewerkers in de paardenbranche wil bijbrengen. Het is volgens mij beter om je te concentreren op de hoofdzaak: het bijbrengen van de rijkunst. En geen tijd en geld besteden aan het onderwijzen van managen, didactische vaardigheden, communicatieve vaardigheden en bedrijfseconomische vaardigheden. Dat alles is wel belangrijk, afhankelijk van de functie die je gaat bekleden, maar dan is er nog tijd genoeg om daar aandacht aan te besteden.

Over lef gesproken, wie durft te zeggen dat er nauwelijks nog mensen zijn die de rijkunst beheersen en didactisch in staat zijn die kennis over te dragen? En wie durft de toekomstige medewerkers in de paardenwereld te vertellen dat er nauwelijks geld verdient kan worden? En afgezet tegen het aantal werkuren helemaal geen geld trouwens.

De beloning bestaat in hoofdzaak uit betaling in natura, omdat je iets doet wat je het leukste vindt, namelijk werken met paarden. Alleen, daar kun je de bakker niet mee betalen. Aan dit punt moet serieus aandacht worden besteed.

De ondernemers in de paardenbranche, aangesloten bij de FNRS, moeten zelf een opleiding opzetten. Zij weten precies waar de toekomstige medewerkers aan moeten voldoen. Niet zeuren over de overheid die geen benul heeft van de paardenwereld en de kwaliteiten waaraan een rijinstructeur moet voldoen. FNRS: start zelf. Ik help zo nodig.

John Swaab, columnist
Deze column verscheen vrijdag 11 november 2011 in De Paardenkrant

You might also like