Geflikt

Geflikt featured image

Koen CromheeckeHet blijft een toch wat vreemd verhaal. Dat van Jurgen Krackow en Looping. Betrapt in Linz op het gebruik van het verboden flunixin. Om een lang verhaal kort te maken:’Ik ben geflikt’, laat Krackow weten. Het doet een beetje denken aan dat vreemde verhaal dat in maart van vorig jaar opdook. Reserpine bij BMC Sarina van Jurgen Stenfert. Geflikt door een leerlingruiter, zo bleek achteraf.

Misschien werkte het voorval rond Jurgen Stenfert en BMC Sarina ‘inspirerend’ voor de voormalige Duitser die nu de kleuren van Oostenrijk verdedigt. En zag Krackow hier een manier om aan een zware sanctie van de FEI te ontsnappen. De aanval is vaak de beste verdediging en dus contacteerde Krackow een advocaat die ondertussen naar het gerecht stapte. In een persmededeling insinueert de Oostenrijkse springruiter dat hij geflikt werd door of in opdracht van een collega omdat hij die collega’s in het verleden wel eens durfde te bekritiseren omwille van hun weinig diervriendelijke omgang met hun springkapitaal. De bewuste dopingcontrole op het concours in Linz kwam er bovendien na een anonieme tip. En klap op de vuurpijl: Krackows paard Looping zou allergisch zijn voor de werkzame stof(fen) in flunixin. Wat Krackow de opmerking ontlokte dat hij wellicht de enige ruiter in de geschiedenis moet zijn die zijn paard zou gedopeerd hebben om slechter te springen. Sta ons toe, de enige in de geschiedenis van de springsport, dat durven we te betwijfelen. Maar dat is dan weer een ander verhaal.

De waarheid zullen we wellicht nooit helemaal kennen. Maar het hele verhaal zette ons aan het denken. Hoe moeilijk kan het in deze sport zijn om iemand te flikken? Hoe moeilijk kan het zijn om tijdens een wandelingetje door het stallencomplex op een doorsneeconcours een snoepje toe te dienen aan een paard, of wat ‘besmet’ voer, of, erger nog, een injectie toe te dienen. Wie er de omstandige verslagen van de verhoren en onderzoeken voor het FEI-tribunaal in dopingzaken op napluist krijgt soms vreemde dingen te lezen. Zaken die vragen oproepen omtrent de beveiliging in de eigen stallen of op wedstrijden allerlei.

In een grote wielerronde zie je een renner zwoegend op de flanken van één of andere col nog maar zelden water aannemen van de supporters langs de kant van de weg. Hooguit om het leeg te kieperen op hoofd en lijf en zo wat verkoeling te zoeken. Maar er van drinken? Ho maar. Te groot risico.

Op een concours van een beetje orde van grootte kom je als buitenstaander simpelweg de stallen niet in. Terecht, vinden we. En op grote kampioenschappen willen ruiters en/of federaties wel eens voor eigen beveiliging zorgen in de omgeving van hun paarden. Erg groot moet het vertrouwen in de collega’s en of de beveiliging dan wel niet zijn…Maar het zijn niet allemaal grote kampioenschappen of vijfsterrenwedstrijden natuurlijk. En op de kleinere concours is het een kleintje om het stallencomplex door te wandelen. En dan is er nog de welig tierende ‘handel’ in bandjes natuurlijk. Nee, als je echt iemand wilt flikken dan kan dat niet zo moeilijk zijn. Vraag is, wat win je er bij? Wat wint de sport er bij? Niets dus, of het is een nieuw verhaal, wat werk voor advocaten en rechters, of voer voor een kleine column.

Koen Cromheecke, journalist
Deze column verscheen vrijdag 24 september 2010 in De Paardenkrant

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

You might also like