Knipperlichtjustitie

Tastharen
Foto Lonneke Ruesink
In elk Europees land evenaart het aantal bondscoaches op dit moment het aantal inwoners. Maar dat betreft helaas de voetbalsport. Het is een strategische blunder om te denken dat een aanzienlijk aantal mensen ook maar iets geeft om paardensport. In zijn meest optimistische berekeningen gaat de KNHS uit van zo’n 500.000 Nederlanders die iets met paarden hebben. Dat betekent dat zo’n 15,5 miljoen Nederlanders maling hebben aan pony’s, paarden, ruiters, fokkers en eigenaren.

Met die zwijgende meerderheid heeft de paarden-minderheid veel meer te maken dan de meeste paardenliefhebbers zich realiseren. Die 15,5 miljoen mensen vormen een gigantische democratische overmacht, sterk genoeg om een Partij voor de Dieren in de benen te helpen, sterk genoeg om andere partijen erg diervriendelijke paragrafen in hun verkiezingsprogramma’s te doen opnemen. Maar de paardenwereld gedraagt zich alsof ze uit 16 miljoen hartstochtelijk met Rob Ehrens en Sjef Janssen meelevende bondscoaches bestaat.

Kijk maar naar de koudbloeden die vaak nog gecoupeerd door het leven gaan. Kijk maar naar de Gids Goede Praktijken en de mate waarin deze vaak afwijkt van de praktijk. Een voorbeeld: het KWPN ontmoedigt officieel het scheren van veulens en het verwijderen van tastharen. Het zal mij benieuwen of de keurmeesters deze zomer een bolletje wol verkiezen boven een glimmend geschoren prijskalf met gladde neusvleugels en uitgelepelde oren. Dat gaat natuurlijk niet gebeuren. Terwijl je dit soort onnodige ingrepen gewoon uitbant door ze te verbieden. En je tussen voor- en tegenstanders een ongelijk speelveld creëert door dit soort cosmetische ingrepen níet te verbieden.

Ook de KNHS blaast z’n slappe partijtje mee. De bond reageerde veel te laconiek op de ‘wilde wedstrijd’ in Sibculo. Starten wat je maar wil, zonder toezicht van een federatievertegenwoordiger. Onder het motto: als zich onverhoopt iemand misdraagt, dan roepen wij ‘m zelf wel tot de orde. Maar dat scoort niet in Den Haag en dat had in elk geval de KNHS zich moeten realiseren. Vroeger konden deelnemers aan een ‘wilde wedstrijd’ gelijk rekenen op een schorsing, nu hult de KNHS zich in de bloemige taal van een ‘nader onderzoek’ naar deze ‘niet aangevraagde’ wedstrijd.

Daar staat een strakke actie van de International Jumping Rider Club tegenover. Die verzette zich tegen de dubieuze uitspraak waarmee het Court of Arbitration for Sport twee doping-Arabieren na twee maanden al weer op concours stuurde. Met knipperlichtjustitie (de FEI hield de lijn van acht maanden aan) komt het maatschappelijke draagvlak onder de paardensport pas echt in gevaar.

Dirk Willem Rosie, hoofdredacteur
Deze column verscheen dinsdag 12 juni 2012 in De Paardenkrant.

You might also like