De KNHS publiceerde de volgende samenvatting van de wijzigingen:
Wat is belangrijk in de klasse L?
De basis(oefeningen) in de B zijn uiteraard ook weer belangrijk in de L. Werd in de B nog natuurlijk evenwicht onder de ruiter gevraagd, in de klasse L verschuift dat naar horizontaal evenwicht. Dat wil zeggen dat het gewicht over vier benen is verdeeld en het paard niet meer op de voorhand loopt. De achterbenen worden er in de klasse L meer onder gereden, het paard is nageeflijk en al iets meer gesloten. Het paard loopt energiek (met impuls) door de proef, zonder dat de ruiter daarvoor steeds iets moet doen. In de L volgen de oefeningen elkaar wat sneller op dan in de B. Er is dus meer controle nodig.
Overgangen en oefeningen
Net als in de klasse B zijn de overgangen in de klasse L nog steeds progressief, alleen heeft de ruiter minder ruimte nodig voor de voorbereiding, uitvoering en afwerking dan in de B. In de L worden de voltes kleiner en dat vraagt meer lengtebuiging. Nieuw is dat er straks geen voltes met een exacte afmeting worden gevraagd (zoals een volte 10 meter of een volte 15 meter), maar bijvoorbeeld een volte van 12 tot 15 meter of een volte 10 tot 12 meter. In de uitvoering is het belangrijk dat de volte mooi rond is en dus gelijkmatig wordt verdeeld. Beginnen met een volte van 14 meter doorsnee en eindigen op een diameter van 12 meter is bijvoorbeeld niet correct.
Lichtrijden of doorzitten
In de L1 en L2 mag de ruiter vanaf 1 april 2016 per onderdeel kiezen tussen doorzitten of lichtrijden. Je mag dus ook de hele proef lichtrijden of juist doorzitten als je dat wilt. Bij lichtrijden is het wel de bedoeling dat je voor een overgang een paar passen doorzit. De keus voor lichtrijden of doorzitten vraagt iets van de rijvaardigheid en zelfkennis van de ruiter: hij of zij voelt immers het beste wat op dat moment nodig is om de oefening zo goed mogelijk uit te voeren. Het is de bedoeling dat het paard niet (onbedoeld) met de zit wordt gestoord en dat er zoveel mogelijk harmonie en ontspanning is.
Verruimingen vs. middengangen
Vanaf 1 april worden de middenstap, middendraf en middengalop niet meer in de L1, maar pas in de L2 gevraagd. In plaats daarvan zitten in de L1 verruimingen in stap, draf en galop. Het paard maakt dan zichtbaar grotere passen, met een daarbij passende verlenging in de bovenlijn. De ruiter houdt een licht, soepel, voortdurend en gelijkblijvend contact met de mond van het paard. Deze verruimingen zijn bedoeld als voorbereiding op de middengangen in de hogere klassen.
Halsstrekken: op de volte of op de diagonaal
Vanaf 1 april zit het halsstrekken in alle klassen t/m de klasse Z2, dus ook nog steeds in de L1 en L2. Nieuw is dat het halsstrekken niet alleen op de volte, maar ook op de diagonaal kan worden gevraagd. Bij halsstrekken staat de ruiter het paard toe om hoofd en hals geleidelijk naar voren en beneden te brengen, tot ongeveer tussen boeg- en kniehoogte, met het hoofd voor de loodlijn. Het paard volgt de hand van de ruiter. Door het halsstrekken op een rechte lijn te vragen kan de rechtgerichtheid nog beter beoordeeld worden.
Binnenkomen op de AC-lijn
Na 1 april beginnen alle proeven met binnenkomst op de AC-lijn. In de klasse L2 werd dat al gevraagd, in de L1 is het nieuw. Binnenkomen op de AC-lijn markeert het begin van de proef en geeft, afhankelijk van de graad van africhting, een goed beeld van de rechtgerichtheid van het paard. In de opbouw van de proeven wordt dit onderdeel uitgebouwd van het rijden van een rechte lijn in één gang tot een rechte lijn met een overgang rond of op X.
Klik hier voor de volledige toelichting op de nieuwe L-proeven
Bron: KNHS
De kwaliteit gaat dankzij de KNHS zienderogen achteruit dus het maakt niet veel uit hoe ze rijden.
Je kunt de ruiters/amazones net zo goed 5 minuten vrij laten rijden en laat ze maar aanrommelen.
Onbegrijpelijk, alle basis-principes en discipline wordt overboord gegooid.
Mevr/Heer Brekelmans helemaal gelijk.
Zolang het torenhoge startgeld (soms wel €12,50 per proef) en de andere reutemeteut maar betaald wordt.
Torenhoge startgeld? Denk je dat organisaties er al zoveel aan overhouden? Ze zijn er wel een tijd mee bezig de voorbereiding de dag zelf, de vrijwilligers, de juryleden die betaald moeten worden, prijzengeld dat er nog af gaat, het nawerk, en dan nog de afdrage naar de KNHS, bodem prepareren, na de wedstrijd al het mest wat de deelnemers laten liggen opruimen, terrein weer netjes maken nadien, reken maar uit hoeveel je dan nog over houdt als organisatie misschien houden ze net genoeg over om een bedankje voor de vrijwilligers te kopen. Even verder kijken TJ 😉
Marielle. ik zou hier als vrijwilliger echt geen tijd meer in steken en als jurylid al helemaal niet meer. Het stelt toch echt helemaal niets meer voor. De KNHS is er het beste mee, die strijken het merendeel van het startgeld op en doen niets. B en L dressuur zou door de verenigingen georganiseerd moeten worden en los van de KNHS en gejureerd door vrijwillgers. Bij de M klasse over naar de KNHS.Het geheel wordt dan minder bureaucratisch en laagdrempelig. Goed voor de sport.
Ben het zo met de Hr Brekelmans eens !! Het is nog nooit zo slecht gesteld geweest met de (basis) dressuur sport dan wanneer de KNHS zich ermee is gaan bemoeien. En zolang er mensen zijn als Marielle , die deze elite club “bewonderen” zal het wel zo blijven. Waarom komen verenigingen niet in opstand tegen deze alleen maar geld opstrijkende organisatie ???
Allereerst ben ik van mening dat je een L-ruiter niet de verantwoordelijkheid al kunt geven of zij/hij voelt of beseft wat op “dat moment nodig is om die oefening zo goed mogelijk uit te voeren”.
Daarnaast denk ik dat geen B-ruiter bezig is met het herstellen van het natuurlijk evenwicht onder de man, net zo min dat de gemiddelde L-ruiter bezig is of capable is om het gewicht over vier benen verdeeld te krijgen. Dat zien we nog niet in de hoogste klassen gebeuren.
We mogen al blij zijn als ruiters hun paarden op eigen benen kunnen laten gaan -ook op het hoogste niveau- en er begrip van hebben. Dat is een minderheid.
De doorsnee wedstrijdruiter van nu stampt zo’n 6x per week de gevraagde oefeningen uit de proef bij het paard erin! Hoe maak ik mijn paard gek en kapot. Uitzonderingen daar gelaten.
Doorzitten op een paard wat zijn rug niet loslaat is geen pretje, niet voor de ruiter, maar al helemaal niet voor het paard.
Dus ja, blijf aub lichtrijden, want zoveel losse, swingende ruggen zien we niet in de ring.
Al die maatregelen, zoals het niet meer hoeven groeten aan het begin van de proef, de eigen keuze voor het al dan niet lichtijden, het halsstrekken tot en met de Z en het Z2 (?!) enz, zijn allemaal tekenen van verval van de dressuur.
Het niveau wordt naar beneden toe aangepast ipv dat men eens gaat bedenken dat we misschien het niveau van de ruiter op moeten krikken door beter, níet sneller, te leren paardrijden om zo een onafhankelijke zit te verkrijgen en een goed rijkunstig gevoel te ontwikkelen. Dat we dat toetsen in een wedstrijd is prima.
Maar nee, we beginnen ergens halverwege en ons doel is de wedstrijd, zo snel en zoveel mogelijk scoren en het paard moet zich daar maar aan aanpassen.
Dankzij de kwaliteiten van de huidige paarden wordt de slechte rijderij van de ruiter verhuld.
Tot op het hoogste niveau zien we op de voorhand-gaande paarden.
Het nieuwe moderne rijden gebeurt vooral aan de voorkant van het paard met véél handgebruik.
De halve ophouding wordt niet meer gegeven omdat deze niet doorkomt door harde paardenruggen. Maar zonder halve ophouding kan er nimmer draagkracht en uiteindelijk verzameling verkregen worden!!
En wat bedenkt de KNHS?
Halsstrekken in het Z en ’t Z2 ….?!
Natuurlijk vallen die 80 kilo wegende halzen als een blok naar beneden, alsof je een kruiwagen met zand leegt.
Waarom niet het überstreichen terugbrengen vanaf het Z?
Dit is een goeie test om te checken of er al enige mate van verzameling is. Maar we weten dan precies wat er dan gebeurt met die op de voorhandgaande paarden, …. nietwaar KNHS?
Zolang de jury het incorrecte blijft belonen zal de ZELFKENNIS van de ruiter, waar Marlien Smit het over heeft, nooit aangesproken hoeven worden, want “we doen het toch goed, gezien onze winstpunt(en)?”!
Kom eens uit die ivoren toren, KNHS …!