De Sectorraad Paarden (SRP) overhandigde LNV-minister Gerda Verburg vorige week de Voortgangsrapportage Welzijn. Met dit rapport informeert de SRP het LNV over de ontwikkeling van de paardensector op gebied van paardenwelzijn en -gezondheid. De SRP verzoekt de minister in het rapport een aantal acties te ondernemen.
In het kader van paardenwelzijn is de SRP bij vier onderzoeksprojecten betrokken die moeten bijdragen aan het ontwikkelen van goede richtlijnen voor paardenhouders. Het gaat om de projecten Welzijnsmonitoring (afronding 2010), Dagprogramma Paard (afgerond in 2009), De carrière van het sportpaard (afgerond, uitbreiding gewenst) en Handboek huisvesting (gepland voor 2010). De SRP is tevreden over de voortgang. ,,Op dit moment ligt de uitvoering van het Plan van Aanpak Dierenwelzijn in de paardenhouderij goed op schema”, aldus SRP-voorzitter Johan Lokhorst.
Volgens de Sectorraad is het essentieel dat het LNV op een aantal punten maatregelen neemt. De stichting vraagt LNV in het voortgangsrapport het volgende:
1. Attendeer natuurbeschermingsorganisaties op het niet meer plaatsen van prikkelraad als afrastering van land waar paarden.
2. Assisteer met de opbouw van een sociale controle ten aanzien van jakobskruiskruid.
3. Ondersteun via LNV of VWS meer intensieve anti-doping controles.
4. Het periodiek controleren van paardentrailers.
5. Het zo snel mogelijk vaststellen van een nieuw fokkerijbesluit in samenwerking met PVE en SRP.
6. Constructief meedenken aan de opzet van een I&R-systeem.
7. Actieve en faciliterende rol op het gebied van erkenning hoefsmeden en gebitsverzorgers.
8. Financiële bijdrage Project Huisvesting.
Op 13 januari 2009 ontving minister Gerda Verburg het Plan van Aanpak van de Sectorraad Paarden. Het welzijnsplan werd niet door iedereen positief ontvangen. Zo bekritiseerden onder meer de Dierenbescherming, Vereniging Eigen Paard en de Nederlandse Belangenvereniging van Hobbydierhouders het welzijnsplan omdat zij het niet concreet vonden. Paardenblad Bit besloot een eigen Bit-welzijnsnota te ontwikkelen. Gerda Verburg gaf in maart 2009 haar reactie op het Plan van Aanpak van de Sectorraad. Ze liet weten tevreden te zijn en was blij dat alle 34 instanties op één lijn zaten. Wel moest het plan voor 1 augustus 2009 concreet zijn. Daarnaast vroeg ze om een jaarlijkse rapportage. Vorige week ontving Gerda Verburg dit eerste Voorgangsrapport.
Klik hier voor de volledige Voorgangsrapportage.
Bron: Horses.nl
Overname zonder toestemming niet toegestaan.
Lees ook:
Samenvatting: Plan van Aanpak Welzijn in de Paardenhouderij
Interessant, ik haal er een paar stellingen uit.
1. Attendeer natuurbeschermingsorganisaties op het niet meer plaatsen van prikkelraad als afrastering van land waar paarden.
Natuurlijk kan prikkeldraad ernstige wonden toebrengen, ook gewoon staaldraad of schriklint. Wat ik me afvraag is waarom alleen natuurorganistaties daarom wordt gevraagd en zijn er cijfers bekend over hoeveel slachtoffers er zijn in natuurgebieden en in particuliere weitjes door prikkeldraad, is er een significant verschil? Is dit een groot probleem of is het probleem van verwondingen groter bij paarden op stallen door vastliggen, tralies etc?
2. Assisteer met de opbouw van een sociale controle ten aanzien van jakobskruiskruid.
Sociale controle bij Jakobskruiskruid? Een kliklijn? Of voorlichting over weidebeheer?
7. Actieve en faciliterende rol op het gebied van erkenning hoefsmeden en gebitsverzorgers.
Voorziet de wet hier niet al in? Als de wet hier niet in voorziet dan denk ik ja, op het moment dat je een professional bent moet je een CV kunnen overleggen van een opleiding. Maar dit is tricky ook, is er wel een erkende paardentandartsenopleiding in Nederland? Mag je zelf dan nog de hoeven wat bijraspen van je paard?
Dit is ook bij adviesbureaus over weideonderhoud, mag je als een kok zonder agrarische opleiding mensen adviseren over weideonderhoud en voedingsadviezen geven voor paarden? Er wordt van veel dingen misbruik gemaakt, zet het woordje bio ervoor of natuurlijk en het zou geen kwaad kunnen?
Brand maar los zou ik zeggen.