Waar zouden de wenkbrauwen van economen blijven als zij de marktwerking in de paardenfokkerij eens onder de loep zouden nemen? Waar slaan deze bedragen op, zouden zij zich afvragen. Het antwoord op déze vraag is nog wel te geven. De grote stoeterijen die dressuurhengsten exploiteren zijn met elkaar in een ouderwetse ratrace verwikkeld. Ze willen allemaal zo snel als het kan de allernieuwste grootlopende, bij voorkeur zwarte gladjanus in hun brochure stoppen. Die dekt zich dan zes slagen in de rondte om een jaar later de diverse veulenveilingen van een heleboel grootlopende toekomstige gladjanussen te voorzien. De producten van deze commerciële vermeerdering komen vervolgens in handen van goedwillende amateurs die er uiteindelijk niet mee bereiken waar ze wel van hadden gedroomd.
Op dit punt aanbeland zouden de economen het spoor bijster raken. Hun wetenschap bestudeert namelijk hoe de mens met schaarse middelen handelt om zijn behoeften te bevredigen, zo luidt althans de omschrijving van het woord ‘economie’. Schaarse middelen? Elke gladjanus zet jaarlijks vijf-, zeshonderd veulens op de wereld! Bevredigen? Aan het eind van het liedje laten deze producten de dromen van hun ruiters en eigenaren – voor zover dat triomfen in de Grand Prix betreffen – niet in vervulling gaan.
Economen zouden meer begrip op kunnen brengen voor Judy-Ann Melchior en Paul Mäis, die 90.000 euro, respectievelijk 75.000 euro betaalden voor de twee beste springhengsten van de Hannoveraanse jaargang. Deze toppers staan genetisch dichter bij het fokdoel – het hoogste niveau van de sport – dan hun peperdure dressuurcollega’s. Zij zullen beduidend minder nakomelingen van een hoger kwaliteitsniveau voortbrengen. Hun goede producten zullen door schaarste waardevol zijn. En de dromen van hun eigenaren en ruiters in vervulling doen gaan.
Met de fokkerij van springpaarden komt het dus wel goed. Maar we gaan nog beleven dat er een dressuurpaardenstamboek opstaat dat zegt: laten we nu eens écht Grand Prix-paarden gaan fokken. Zo’n stamboek is er eigenlijk al. Het KWPN-fokdoel is op dat hoogste niveau gericht. Als nu ook alle KWPN-dressuurhengsten aan die kwaliteitseis gaan voldoen, komt het met de fokkerij van dressuurpaarden ook nog eens goed.
Dirk Willem Rosie, hoofdredacteur ()
Deze column verscheen woensdag 6 november 2013 in De Paardenkrant.
Wat lief van jouw om het KWPN deze titel te geven. Terwijl net het KWPN al vele jaren geen hengst meer goedgekeurd die kracht in het achterbeen heeft en daardoor wat trager is in zijn lopen. Die gaan er i/d selecties al uit. Ze willen paarden die snel zijn op de benen en het voorbeen eruit kunnen gooien. Paarden die kunnen gaan zitten in de verzamelde oefeningen worden schaars. Kijk maar eens naar de pirouetten bij de internationale paarden. Ze zijn te groot of te gehaast ( omdat het achterbeen hen niet kan dragen). Vaak met slechte aanleuning. Of met de neus tegen de schouder getrokken. Maar dat stoort het KWPN niet. Zij willen maar 1 ding de eerste plaats op de WBFSH- dressuur. De manier waarop telt niet. Ze weten in het KWPN ook wel dat de (Nederlandse) topruiters met hun zelf ontwikkelde technieken er alles aan doen om met hun “bewegingswonder” de top te bereiken. Dus fokkers blijf niet blindelings het KWPN achterna hollen. Doe je eigen ding!! Terwijl veel Nederlandse hengstenhouders al Duitse hengsten op hun station hebben of sperma ervan verdelen. Beter een GP-paard fokken dan een keuringskampioen!!!!!
Er zit veel waarheid in Tom zijn reactie .Maar nu heden den dage zijn er 3 dingen belangrijk in de paardewereld namelijk 1 commercie 2 commercie 3 commercie!!!!!!!!
Ps voor onze nederlandse vrienden Commercie is een vlaamse uitdrukking van alles draait rond geld
… de eerste plaats op de WBFSH-ranking behaal je door punten die individuele paarden van een stamboek halen in de Grand Prix.. Dus streven naar de eerste plaats in die ranking lijkt mij geen raar doel?
@ Tom & Tony
Wat de schrijver naar mijns inzien wil zeggen is dat Hannover de zwarte bewegings wonders voor veel geld wil verkopen (en dat lukt blijkbaar) echter zullen dit de juiste hengsten zijn waar we een goed bruikbaar dressuurpaard van krijgen die ook het hogere werk aankan? ,waarschijnlijk niet.
Waarschijnlijker is nog dat we na eenpaar jaar als de nakomelingen zouden moeten doorbreken de hengst via een achterdeurtje in de coulissen van het toneel verdwijnt. Zoals Karin zegt de eerste plaats van de ranking nastreven is niet perse een foute doelstelling omdat dan wel wordt gekeken welke paarden doorbreken in het hogere werk. Als de KWPN dan bovenaanstaat zullen we het dus wel beter doen dan de duitse stamboeken. WEaarom zoeken anders steeds meer Duitse stamboeken naar Nederlandse hengsten. Het sterke achterbeen waar Tom op hamert is bij veel duitse stamboeken ook niet meer mt een vergrootglas te vinden. Waar blijven anders de Sandro Hits in de hogere dressuur? Ik zou er zo geen 10 kunnen noemen terwijk deze hengst wel vele duizenden merries heeft gedekt.
Dat Rosie een lans breekt om functionele dressuurpaarden te fokken is een goede zaak en het zou nog beter zijn als hij daarbij ook de vinger op de zere plek van de moderne dressuurhengst legt.
Het grootste probleem waar zij nagenoeg allemaal mee kampen, is het gebrek aan een dalende achterhand die het paard in stelt om het gewicht gelijk over de dragende benen te verdelen zoals dit bindend in de FEI-regels staat voorgeschreven. Alleen dan is paard in staat om zich te verzamelen en de hogeschooloefeningen in balans te kunnen uitvoeren.
In de bijgaande link wordt visueel uit de doeken gedaan hoe dit proces precies functioneert en wanneer een paard wel of niet aan die voorwaarde voldoet en welke positieve en negatieve gevolgen dit met zich meebrengt.
http://www.fokt.nl/phpbb3/viewtopic.php?f=33&t=16129
Geachte Dick. Als mensen mee willen in een spiraal van die zwarte gladjanussen dan is dat hun keuze. Het is inderdaad schandalig dat Duitse stamboeken zo dom zijn om massaal KWPN hengsten binnen hun bestand aan te nemen. Nu nog de Duitse ruiters omscholen om die KWPN-ers in de krul te rijden. Binnen enkele jaren rijden we allemaal met hetzelfde type paard. Snel in de benen, bergaf, zonder kracht in het achterbeen, en vaak teveel bloedvoerende paarden… enz. Je moet ook nog paarden hebben die makkelijk te rijden zijn door minder talentvolle ruiters. Je moet een amateur niet op een bloedpaard zetten. Daar komen problemen van.(dan denk ik vaak “ocharme dat beestje) Een Duits paard staat gekend voor zijn meewerkende karakter. En in mijn ogen is Sandro Hit een simpel “ruin-tje”.
Beste Tom,
Het is inderdaad aan de fokkers om te beslissen bij welke hengst ze dekken. Dat het shandalig is dat Duitse stamboeken en hengstenhouders Nederlandse hengsten binnen halen zijn uw woorden. Ik kan het op zich wel begrijpen aangezien de bloedopbouw in de Duitse fokkerij erg smal is met al dat S,D en F bloed.
Wat betreft de omscholing van Duitse ruiters, daar kan eik niets over zeggen aangezien ik niet bepaald rijtechnisch ben onderlegt.
Hte probleem met veel bloedpaarden is inderdaad dat een gewone B of L ruiter deze niet op een goede manier kan rijden en 95% of meer van de paardne die we fokken komen bij een amateur terugt.
Als de duitsers echter zo doorgaan met dressuurpparden fokken (dus de gladjanussen zoalsd DWR zegt) zullen ze geen normaal te rijden paarden meer overhouden. Ik had gehoopt en verwacht dat ze van het verleden hadden geleerd , de duitsers en vooral dan Hannover heeft een aantal zeer goede springstammen kapot gefokt door het gebruik van al dat dressuurbleod dat erg commercieel wad., gevolg bijna geen fatsoenlijk springpaard meer te vinde in Hannover terwijl dit stamboek vroeger bekend stond als de leverancier van een goed springpaard.
@Dick
Geen van de topruiters zit toch niet te wachten op een moeilijk en hoogst sensibel paard. Ook die geven de voorkeur aan een fijn fysiek en mentaal te bewerken paard dat intelligent en leergierig is en directe actie levert wanneer het gevraagd wordt. Dat laatste is temperament en dat heeft men helaas schromelijk met sensibel verwisseld.
Dick, is het wel zo dat onze paarden geen dalende achterhand meer hebben of is het iets dat wellicht door de ruiters “niet geoefend” wordt.
Onze jonge dieren/hengsten moeten al zo vroeg in de krul lopen dat er geen tijd meer is om ze eerst eens lekker te trainen in het basis-werk zodat ze daarna, als ze de kracht en balans in de spieren ook aan kunnen, langzaamaan van achter naar voren “omhoog” gereden kunnen worden.
ALLES wat je aan de voorkant remt, remt het rijden door het lichaam waardoor bij groeiende kracht ook de achterhand onder kan komen 🙂