Eerdere onderzoeken waren vooral gericht op het identificeren van de genen geassocieerd met het atletische vermogen van renpaarden. ‘Er is weinig onderzoek gedaan naar de verschillen in de moederlijke en vaderlijke erfelijkheid van atletisch vermogen’ aldus een woordvoerder van het onderzoek.
Zeven onderzoekers hebben de gegevens bekeken van diverse Australische volbloedrenpaarden. Hierbij werd het prijzengeld, de rankings en de afstamming naast elkaar gelegd. De top 30 werd tot de elite gerekend, terwijl de onderste 70% tot ‘slecht’ werd betiteld. Vervolgens werden de 675 paarden qua afstamming in vier categorieën onderverdeeld:
– Elite merries en elite hengsten
– Elite merries en slechte hengsten
– Slechte merries en elite hengsten
– Slechte merries en slechte hengsten
De race prestaties van de veulens werd vervolgens vergeleken tussen de vier groepen. De beste resultaten kwamen van nakomelingen van zowel een elitemerrie als elitehengst. De nakomelingen van een slechte merrie en een elitehengst bleken over het algemeen slechter te presteren dan nakomelingen van een slechte merrie en een slechte hengst. De afstammelingen van de elite merries kwamen vaker tot superieure resultaten, ongeacht dit een slechte of elitehengst was.’ Deze bevindingen laten zien dat de moederlijn een belangrijke rol speelt in het selectief fokken van atletische prestaties bij volbloedenrenpaarden’ luidt de conclusie van het onderzoek.
Bron: Horsetalk/Horses.