‘Een quick fix gaat vaak ten koste van het paard’

‘Een quick fix gaat vaak ten koste van het paard’ featured image
Foto: Lonneke Ruesink

Al ruim twintig jaar leidt Tinley Academie paardenmensen op tot gedragsadviseurs en -therapeuten. De laatste jaren is dat vak veel populairder, maar lang niet iedere therapeut die je tegenkomt beschikt over de grondige, wetenschappelijk onderbouwde kennis waarmee ze een paard echt serieus nemen, merkt Tinley-directeur en -oprichter Debbie Rijnders. “Los van onze opleiding zou ik iedereen mee willen geven: verdiep je in de achtergrond van diegene die je om hulp vraagt en doe niet klakkeloos iemand na.”

De paardenopleiding van Tinley Academie (die opleidingen en cursussen aanbiedt voor tientallen diersoorten) leidt op tot ‘Gedragsadviseur en gedragstherapeut voor paarden’ en bestaat uit drie modules. Na het afronden van de eerste module mag je jezelf ‘gedragsadviseur’ noemen, maar pas na de gehele opleiding en het examen ben je ‘gedragstherapeut’. Het verschil is groot: “Als adviseur kun je eerste hulp bij problemen bieden. Bijvoorbeeld bij het trailerladen, of verlatingsangst. Je kunt dan tips en adviezen geven. Gedragstherapie is echter heel wat anders”, vertelt Debbie Rijnders, die zelf ook jarenlang actief was als gedragstherapeut. “Therapie is veel uitgebreider. Je neemt een anamnese af, waarin je uitgebreid ingaat op de dieper liggende oorzaken van gedrag. Wat speelt er, welke prikkels en emoties spelen een rol, hoe lang bestaat deze situatie al en spelen leerprincipes een rol?” Om een goede diagnose te stellen moet je een soort rechercheur zijn, legt Rijnders uit. “Goed zoeken en puzzelen is een heel belangrijk onderdeel van het werk.”

Ervaring nodig

Overigens hoef je geen hele goede ruiter of doorgewinterde paardenman of -vrouw te zijn om aan de opleiding te beginnen. Wel is genoeg ervaring rond paarden een must. “Als mensen weinig ervaring hebben met paarden, verwijzen we hen soms door naar Annemarie van der Toorn of Emiel Voest, om naast het volgen van onze opleiding daar wat meer praktijkervaring op te doen. De paarden waar je als therapeut mee werkt, vertonen soms vrij extreem gedrag, zoals bijten of extreme verlatingsangst, daarvoor heb je wel de nodige ervaring nodig.” Ervaren paardenmensen die de opleiding volgen zijn vaak verbaasd over hoe veel ze leren. “Ze hebben dan de praktijkervaring waarmee ze ver komen, maar zijn verbaasd over de theorie erachter en wat ze daarmee kunnen.”

Ieder paard een individu

Die wetenschappelijke basis is volgens Rijnders belangrijk. “We doen niet zomaar iets, maar bieden kennis die is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. Dat voorkomt het te snel trekken van conclusies, een tunnelvisie. Dat gaat vaak ten koste van het paard. De wetenschappelijke basis vormt ook het verschil met zogenaamde goeroes, die werken volgens een vaste methode. In mijn opinie neem je met zo’n methode paarden niet serieus, want ieder paard is een individu, met emoties, karaktereigenschappen en ervaringen. Er is dus geen standaard die voor ieder paard in iedere situatie werkt.”

Rijnders verbaast zich over het gemak waarmee paardeneigenaren met een probleem aankloppen bij ‘de eerste de beste’, of video’s proberen te imiteren. “Mijn advies is om eerst te onderzoeken met wie je te maken hebt. Welke opleiding of achtergrond heeft iemand? Waar baseert hij zichzelf op? En iedereen die zelf meer kennis wil opdoen kan uiteraard bij ons terecht.”

Meer lezen over hippische opleidingen? Bestel snel Paardenkrant nr. 36 met speciaal onderwijsdossier.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

You might also like