“De afgelopen dagen was Big Star een beetje roestig. De afgelopen drie jaar heeft hij niet zo’n zwaar parcours gesprongen als vandaag en twee dagen geleden. De laatste Grote Prijs die hij won was die van Aken in 2013. Sinds die tijd is hij heel lang geblesseerd geweest aan de tussenpees van zijn rechter voorbeen. Later resulteerde dat in een veel minder ernstige blessure aan een tussenpees in het achterbeen.”
Werk, tijd, toewijding
“Het is niet te becijferen hoeveel werk, tijd en toewijding er in is gaan zitten om Big Star weer gezond te krijgen. Ik heb hem na zijn genezing steeds heel rustig gereden. We hebben hem al die jaren alleen maar in de watten gelegd. En ik wist: als we hem voor elkaar krijgen, kan ik dit Olympische kampioenschap winnen. Het is een abnormaal goed paard. Hij wil het, hij is betrouwbaar, voor mij is hij het beste paard dat ik ooit had en dat ik ooit zal krijgen. Deze (Skelton laat zijn gouden medaille zien, red.) is voor hem.”
Even zweten
Als eerste starter wilde Skelton druk zetten op zijn vier concurrenten. “Zo snel als ik kon, zonder rare risico’s te nemen. Ik wist wat er nog na mij kwam, ik wist dat Eric sneller zou zijn. Big Star is een heel snel paard, dus het lukte om een beetje druk te zetten. Daarna kwam het moeilijkste deel van de Spelen: wachten hoe de anderen reden. Ik zag Eric, hij liet me wel even zweten.”
Op stang gejaagd
De winnaar van het brons, Eric Lamaze, voegt hieraan toe: “Nick doet een beetje bescheiden over zijn ronde. Ik heb hem gezien en dat was echt snel. Hij heeft ons echt op stang gejaagd. We moesten allemaal wat proberen en zo ontstond bij mij ook de fout.”
‘Als Big Star stopt, stop ik ook’
Op zijn 58-ste denkt de man die in zijn eigen Londen teamgoud pakte, maar individueel goud miste, in zijn achterhoofd aan stoppen. “Zolang Big Star goed is, rij ik door. Maar als het met hem minder wordt, stoppen we. Allebei.”
Bron: Paardenkrant-Horses.nl