Wetenschappers gingen er tot voor kort vanuit dat er 25.000 jaar geleden geen gevlekte paarden voorkwamen in Europa. Grottekeningen met dergelijke paarden uit die tijd zouden volgens hen meer op artistieke vrijheid en creativiteit, dan op de waarheid berusten. Recent onderzoek wijst echter uit dat de zogeheten luipaardhuid wel degelijk voorkwam bij paarden in Europa.
De wetenschappers onderzochten de beroemde grottekeningen van Pech-Merle in Frankrijk. Veel getekende paarden daar hebben een gevlekte huid. Omdat de genetische veranderingen, mutaties, die verantwoordelijk zijn voor de gevlekte huid ook zorgen voor een vergrote kans op nachtblindheid, namen wetenschappers aan dat de luipaardhuid bij paarden in de oude steentijd niet voorkwam. Dit is de periode van 2,5 miljoen tot de laatste ijstijd 12.500 jaar geleden. DNA-studies van oeroude monsters ondersteunden tot voor kort deze conclusie. Er werd alleen bewijs gevonden voor zwart- en bruingekleurde paarden. Wetenschappers gingen er hierdoor vanuit dat de tekeningen symbolisch en niet waarheidsgetrouw waren. In de laatste studie beschikten de wetenschappers echter over 31 nieuwe DNA-monsters van paardfossielen uit Siberië, Oost- en West-Europa en het Iberisch schiereiland. Uit onderzoek bleek dat bij zes Europese paarden toch de mutaties voor de luipaard-huid aanwezig waren.
Dat betekent dat de grottekeningen waarschijnlijk realistischer zijn dan gedacht en dat ze waarschijnlijk een minder bijzondere betekenis hadden dan tot nu toe aangenomen.
Bron: Horses.nl/NU.nl