In het buitenland krijg ik vaak te horen dat Holland wel erg veel Handige Harrie’s heeft. Handige Harrie’s zijn types die op slinkse wijze geld uit een paardendeal weten te slaan. Ten koste van argeloze buitenlandse kopers. Die Harrie’s spekken handig hun persoonlijke bankrekeningen, maar ze verzwakken de concurrentiepositie van de BV Hippisch Nederland. Eenmaal op Hollandse wijze geknipt en geschoren, zoekt een buitenlandse paardenliefhebber zijn heil namelijk liever in een ander paarden-producerend land.
Met het verhaal van Chris de Heer (De Paardenkrant, 27 januari j.l.) nog vers in het geheugen, lijkt me de tijd rijp voor een sectorbrede gedragscode. We willen volgens mij niet meer meemaken wat we recentelijk aan kunststukjes van het handelsgilde in de pers hebben meegekregen. Ik herinner mij de Nederlandse handelaar die in Amerika is veroordeeld omdat hij de Amerikaanse eigenaar van een dressuurpaard ter waarde van 125.000 euro had bezwendeld. Een ander sterk staaltje leverden de Nederlandse eigenaren die voor 300.000 euro een kreupel paard naar Duitsland verkochten en en passant de Duitse commissionair in staat stelden om er 600.000 euro tussenuit te halen. En zeer recent dan het vonnis van de rechtbank Amsterdam, die een commissionair veroordeelde omdat zij heimelijk van beide partijen provisie had gevraagd en daarmee de Britse koopster op extra kosten had gejaagd.
Ik beweer niet dat er in andere landen heiligen wonen, maar ik zou het een klein wonder vinden als deze gedupeerden ooit nog een euro aan een Nederlands paard uit zouden geven. En ik denk dat we onszelf op de eerste rang zouden plaatsen, als we een gedragscode overeen zouden komen waar elke buitenlandse koper zijn Nederlandse leverancier aan kan houden.
Voor we die code opstellen moeten we onszelf eens zeer diep in de ogen kijken. Onze opvattingen over wat we wel en niet kunnen maken, zijn verrotter dan we ons realiseren. Een voorbeeld van een verkoper die tegen een commissionair met een goede klant zegt: ‘Ik wil 25.000 euro voor dat paard hebben, wat jij ervoor vraagt hoef ik niet te weten’. Ik hoor het gerespecteerde en integere handelaren regelmatig zeggen. Maar ze lokken op dat moment uit tot fraude en werken er aan mee dat een koper te veel betaalt. En wat te denken van de commissionair die alleen een paard door zijn rijke klant wil laten uitproberen als hij een ton meekrijgt?
Transparantie is echt het enige dat de BV Hippisch Nederland kan redden.
Dirk Willem Rosie, hoofdredacteur ()
Deze column verscheen dinsdag 31 januari 2012 in De Paardenkrant