De Grand Prix als keuze

Leunus van Lieren
Leunus van Lieren Foto: Melanie Brevink-Van Dijk
Van Leunus van Lieren waren de historische woorden: ‘Grand Prix rijden is een keuze’. Daar heeft hij – in sommige gevallen helaas – gelijk in. Wat Leunus bedoelde was: Grand Prix dressuurrijden is niet voorbehouden aan de briljante gevoelsruiters van deze aarde. Als je geduld en inzet hebt, als je goed les krijgt en daar de goede dingen mee doet en als je een paard hebt dat meewerkt, dan is die lange weg door velen te bewandelen. Er zijn alleen niet heel veel mensen die zó veel voor dat hooggestemde doel opzij willen zetten.

Voor de keuze die Leunus bedoelt, kan ik alleen maar enorm veel respect opbrengen. Maar vooral in dit olympische jaar is weer goed te merken dat er ook heel foute keuzes voor de Grand Prix worden gemaakt. De Olympische Spelen werken op sommige steenrijke amateurs als een rode lap op een stier. Ze hoeven alleen maar even aan de toelatingseis te voldoen en dan mogen ze naar het hoogst aangeschreven sportevenement dat de mensheid kent. Bij deze keuze om Grand Prix te rijden – en bij het FEI-reglement dat dit toelaat – moeten we maar eens een paar vraagtekens gaan stellen.

Laatst in Rome deed een stel ruiters uit hippische ontwikkelingslanden een gooi naar een startbewijs voor Londen. Zij bewezen het gelijk van Leunus op een zeer paardonvriendelijke manier. Talan, de Concorde-zoon die met Robert Smith nog deelnam aan de Wereldruiterspelen in Kentucky, was één van de paarden die aan het Top League-parcours werd blootgesteld om zijn ruiter te laten kwalificeren. Een mij onbekende Arabier zette hem in de overdrive en ragde het parcours af. Met doodsverachting en zonder ooit een afstand te zien. Op elke hindernis ging Talan een paar meter te vroeg af om een crash in de palen te voorkomen.

Onze huidige FEI-bazin Haya is een fervent voorstander van ‘global development of the sport’. Ze is daar overigens het levende voorbeeld van, want ze viel zelf ooit op de Olympische Spelen van haar paard. Het idee dat de hele wereld mee moet kunnen doen is sympathiek en wordt vanaf 2013 met de dollars van Saudi Equestrian ook in praktijk gebracht. Maar het systeem zal wel zo opgebouwd moeten worden dat matige 1,50-ruiters er niet voor kunnen kiezen om als olympiër door het leven te gaan. Ruiters uit de nieuwe wereld zullen dezelfde lange weg af moeten leggen als de topruiters tegen wie ze het op willen nemen.

Dirk Willem Rosie, hoofdredacteur
Deze column verscheen dinsdag 5 juni 2012 in De Paardenkrant.

You might also like