De operatie Wereldruiterspelen 2018 gaat de KNHS ongeveer een miljoen euro kosten. De begroting is bijna rond, maar er ontbreekt nog 30.000 euro. Het gat zit bij de vierspanmenners, verreweg de meest succesvolle discpline op de Wereldruiterspelen. Vanaf 1990 hebben de Nederlandse vierspanmenners altijd eremetaal mee naar huis genomen. Is het dan niet slimmer om op een andere discipline te bezuinigen?
Sponsor of eigen bijdrage
Maarten van der Heijden liet weten dat het vierspanmennen verreweg de duurste discpline is. Per vierspanmenner (elke menner neemt vijf paarden, wagens, tuig enzovoorts mee) kost deze onderneming ongeveer een ton. Daarvan is nu per menner 90.000 euro rond. “Ik hoop dat we voor die laatste 30.000 euro nog een sponsor kunnen vinden, maar in het uiterste geval kunnen we ook de deelnemers zelf vragen om een bijdrage te doen.”
Verder is Van der Heijden trots dat er nog maar zo’n klein gat op de begroting staat. “Voor Kentucky hadden we destijds in maart een nog veel groter gat. Voor Caen lag het allemaal anders omdat iedereen daar zelf heen kon met de eigen vrachtwagen.”
Streepresultaatcombinatie is reserve in dressuur
Voor mennen gaan er dus 15 paarden mee, in het springen is dat 5 (4 plus reserve), eventing 5 (4 plus reserve), voltige3, endurance 5 (4 plus reserve), reining 5 (4 plus reserve), 4 paarden voor de paradressuurruiters en 4 paarden voor de dressuurruiters. De FEI heeft bepaald dat er geen vijfde combinatie als reserve mee mag naar een kampioenschap in deze disciplines. In feite is de streepresultaatcombinatie (voor het teamresultaat) al de reserve.
Nog geen medailleprognose
In het jaarplan van de KNHS staat als doelstelling bij de WEG ‘medailles’. Geen kleur of hoeveelheid. En daar wilde Maarten van der Heijden ook nog geen uitspraak over doen. “Het buitenseizoen moet nog beginnen dus daar is het echt te vroeg voor. Als we straks het team presenteren op het NK Dressuur wil ik best een prognose doen over het aantal medailles, maar nu nog niet.”
De standaard ligt hoog: in 2006 in Aken waren er 6 medailles voor Nederland, in Kentucky waren dat er 9 en in Caen werd dat aantal verdubbeld: 18 stuks. “Er is nu wel het een en ander veranderd bij een aantal disciplines, dus het aantal vergelijken met Caen gaat niet helemaal op.”
Olympische kwalificatie
Een duidelijk streven is wel rechtstreekse kwalificatie voor de Olympische en Paralympische Spelen. Bij de FEI ligt een voorstel om die kwalificatie-eis op de WEG bij de top 6 te leggen voor dressuur, eventing en springen en bij de beste 3 voor de paradressuur. “Dat voorstel is alleen nog niet goedgekeurd door NOC*NSF, dus daarover kan ik nog niets met zekerheid zeggen. Behalve dat rechtstreekse kwalificatie echt een duidelijk doel is.”
- De acht bondscoaches die een team mogen afvaardigen Foto: Arnd Bronkhorst / www.arnd.nl
Bron: Paardenkrant-Horses.nl
Is nog al een bedrag,wat zien we daar als bond van terug.