KNHS noemt inzetbaarheid, behoud juryleden en kritische geluiden als uitdagingen bij officials

KNHS noemt inzetbaarheid, behoud juryleden en kritische geluiden als uitdagingen bij officials featured image
Foto: Lisa Dijk / www.arnd.nl

Drie jaar geleden ontstond groot rumoer onder de KNHS dressuurjuryleden. Vanaf 1 januari 2023 werden zij verplicht om drie (en na kritiek twee) keer per jaar de rol van toezichthouder op het voorterrein te vervullen, naast hun inzet bij het jureren van wedstrijden. Horses berichtte daar destijds uitgebreid over en aangezien de licentieperiode eind dit jaar afloopt, was er onlangs ook weer aandacht voor. De KNHS heeft nu een artikel gepubliceerd over (onder andere) deze kwesties, maar laat daarin niet weten of er verwacht wordt dat er veel juryleden stoppen per 2026.

In het artikel noemt de KNHS ‘voldoende inzetbaarheid, het behouden van juryleden en kritische geluiden uit het veld’ als uitdagingen. Cindy Heijligers (KNHS discipline specialist dressuur) en Patrick Berends (voorzitter Dressuurforum) vertellen in het artikel onder andere over de rol die welzijn speelt bij de jurering, over de introductie van het toezichthouden en over de inzetbaarheid van juryleden. De KNHS zou het liefst zien dat juryleden minstens tien keer per jaar jureren.

De KNHS schrijft onder andere:

Een van de meest besproken ontwikkelingen van de afgelopen jaren in deze context is de invoering van de toezichthouder op het voorterrein. In 2018 startte een pilot waarbij juryleden ook buiten de ring toezicht hielden. Inmiddels is de rol van toezichthouder structureel onderdeel van het juryvak en is dit ook als vast onderdeel opgenomen in de juryopleidingen. “Het begon met signalen uit het veld,” vertelt Cindy Heijligers, KNHS disciplinespecialist dressuur.

“Niet alleen in de ring, maar ook op het losrijterrein moest meer aandacht komen voor het bewaken van het welzijn. Daar gebeurt immers veel dat bepalend is voor hoe een paard straks de ring binnenkomt. Als we dergelijke signalen krijgen, is het onze taak om daar daadwerkelijk wat mee te doen.” 

De invoering van het toezichthouden door juryleden bracht vervolgens wel enige weerstand met zich mee, maar dat gegeven an sich is niet vreemd wanneer veranderingen plaatsvinden. Inmiddels is er meer acceptatie en komen er juist mooie ervaringen uit deze ontwikkeling voort, aldus de KNHS.

Discussie

De KNHS meldt verder: De introductie van het toezichthouden riep wel discussie op. Zo moesten juryleden tijdens de afgelopen licentieperiode van drie jaar gemiddeld zes keer een dagdeel toezicht houden. Hoewel het slechts om twee dagdelen per jaar gaat, was het wel degelijk wennen voor veel juryleden.

“Natuurlijk zijn er mensen die het lastig vinden,” zegt Heijligers. “Maar de ervaring leert dat naarmate het toezichthouden meer ingeburgerd raakt, het draagvlak groeit onder zowel ruiters als juryleden.” Berends herkent dat. “Als ik juryleden uitleg waarom dit nodig is, wordt er vaak begripvol gereageerd. Het is geen pesterij, het gaat om het waarborgen van de sport. We willen toch met zijn allen dat er over tien jaar nog gewoon wedstrijden verreden kunnen worden?” 

Tien keer jureren per jaar

Verder meldt de KNHS:

Naast welzijn is ook inzetbaarheid een terugkerend thema. Nederland telt veel officials, maar niet iedereen is even actief. “Sommige juryleden zitten heel veel aan de ring, anderen eigenlijk te weinig,” zegt Berends. “Om routine te behouden, moet je meters maken. Je leert pas goed jureren door veel te doen en in uiteenlopende situaties terecht te komen.” Volgens de voorzitter van het dressuurforum zou een minimum van tien keer per jaar ideaal zijn.

Uitdagingen

Tot slot stelt de KNHS dat er zijn uitdagingen zijn: voldoende inzetbaarheid, het behouden van juryleden, en kritische geluiden uit het veld. Maar de rode draad blijft de liefde voor het paard en voor de sport. “Het belangrijkste is dat we dit samen doen,” besluit Heijligers. “Juryleden, ruiters, overige officials: allemaal dragen we bij aan een eerlijk speelveld en het welzijn van de paarden. Hoewel de vergoeding bescheiden is, worden juryleden in eerste plaats gedreven door hun passie voor het paard en de sport. Dat mag best vaker benadrukt worden.” Berends onderstreept dit: “Precies. Uiteindelijk doen we dit omdat we allemaal willen dat de sport mooi, eerlijk en toekomstbestendig blijft.” 

Lees het hele artikel hier

Lees ook:

Bron: KNHS / bew. Horses.nl

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

You might also like