Het heeft lang geduurd, maar vanaf 1 april aanstaande beschikt de Nederlandse springsport waarschijnlijk over een adequate stijlbeoordeling van B-combinaties. ‘Waarschijnlijk’, want alles zal afhangen van de wijze waarop de juryleden met de beoordeling omgaan. Al sinds mensenheugenis kijken juryleden in de klasse B naar de wijze van rijden. Niets stond hen al die tijd in de weg om gecontroleerd en harmonieus paardrijden te belonen, maar bij gebrek aan scholing en instructie werkte het systeem al te vaak in het voordeel van leuk uitziende amazones op blinkend gepoetste paarden.
Bert van Wanrooij en Piet Raijmakers wilden hier wat aan doen en organiseerden een paar jaar geleden in Son proefwedstrijden. Onervaren combinaties werden beoordeeld op onderdelen als ritme, landen op het juiste voorbeen, het vereiste aantal galopsprongen in lijntjes, houding en zit en algemene indruk. Het experiment was geslaagd, het initiatief werd ondersteund door de complete vaderlandse ruitertop, maar door toedoen van enkele conservatieve KNHS-gremia stierf het een snelle dood.
Kennelijk heeft een goed plan geen kans van slagen als het niet bedacht is door degene die het had moeten bedenken. Hoe het zij, op 1 april treedt nu een variant in werking, waarbij de wijze van rijden en de houding en zit zwaar doortellen. Toch wordt de nieuwe beoordeling pas een succes als iedereen – ruiters én juryleden – weet wat er in reglementsartikel 280 onder ‘een goed grondtempo’ en ‘correct aanrijden van de hindernissen’ wordt verstaan. En als er ook echt wordt gelet op een ‘ontspannen en ongedwongen houding van het paard’.
Maar zelfs als de nieuwe stijlbeoordeling goed gaat uitpakken, dan nóg zijn we met deze maatregelen maar halverwege. Behalve groene ruiters hebben we ook steeds weer nieuwe lichtingen groene paarden. In het jaar waarin zij vier worden, mogen die onervaren paarden vanaf 1 april worden uitgebracht in de klasse L. Die niet alleen twee gaten hoger staat, maar waarin de barrage ook op tijd wordt verreden. Met de grote aantallen Z-ruiters die geen B meer mogen rijden, is dat best een probleem.
Ik zou menen dat vierjarige paarden alleen in wedstrijden voor vierjarigen uitgebracht mogen worden, op stijl beoordeeld dus. Nu de KNHS toch bezig is om zijn springjuryleden op te leiden, zou ik zeggen: pak nog even door. En voeg de op stijl gejureerde Springpferdeprüfungen, waar Duitse ruiters voor kunnen blijven kiezen tot hun paarden zes jaar zijn, er maar aan toe.
Dirk Willem Rosie, hoofdredacteur ()
Deze column verscheen dinsdag 21 februari 2012 in De Paardenkrant.