Als ik na een dagje dressuur kijken thuiskom, denk ik soms wel eens bij mezelf: ‘wat wordt er toch een hoop geklaagd’. Deelnemers zijn het oneens met juryleden, klagen over hun beoordeling en vitten op obstakels langs de kant. Misschien is het wel een beetje inherent aan de dressuursport, maar leuk is het niet. Toch kon ik me de frustraties van afgelopen weekend goed voorstellen.
Al op de eerste dag van de KNHS-kampioenschappen in Ermelo kwam ik veel ontevreden gezichten tegen en was het duidelijk dat er iets niet helemaal lekker liep. Ik hoefde niet lang te zoeken naar de reden, die diende zich namelijk al snel aan: grote juryverschillen. Verschillen van rond de vijf procent waren aan de orde van de dag en zorgden logischerwijs voor de nodige hoofdbrekens en klachten. Natuurlijk begrijpt iedereen dat jureren mensenwerk is en dat iedereen een ander ideaalbeeld voor ogen heeft. Dat er zo nu en dan een paar procenten verschil ontstaan, daar zal niemand over klagen. Maar dit weekend ging het te ver. Bij de selectie van juryleden voor de kampioenschappen werd gekeken naar hun prestaties uit het verleden. Dat is heel mooi natuurlijk, maar welke waarde kun je daaraan hangen?
Wrang was het ook dat er tijdens de Intermédiaire I en Grand Prix een dertigtal lichte- en zwaretourjuryleden een bijscholing kreeg, maar ook zij konden de beoordelingen van hun collega’s in de hokjes niet altijd even goed volgen. Dat geeft toch te denken.
Vanaf de kant is het natuurlijk gemakkelijk praten en zeuren is altijd makkelijker dan oplossingen verzinnen. De beste stuurlui staan tenslotte altijd aan wal. Nationaal en internationaal wordt hard gewerkt aan een goed jurysysteem, maar omdat je met mensen werkt is er niets moeilijker dan dat. De KNHS introduceerde een paar jaar geleden een nieuw systeem om juryleden te werven en dat is denk ik een stap vooruit. Er moet echt naar worden gestreefd om mensen meer op één lijn te krijgen. Wellicht is het toch een goed plan om zelfs bij een nationaal kampioenschap al met vijf mensen te gaan werken en de hoogste en de laagste score weg te strepen? Het is in elk geval zaak om deze kampioenschappen goed te evalueren en wat te doen met de opbrengst en ik twijfel er niet aan dat dit zal gebeuren.
Melanie Brevink, redacteur
Deze column verscheen vrijdag 11 maart 2011 in De Paardenkrant
Afgezien van het feit het niet naleven van de dressuurregels door de jury zijn er nog andere oorzaken die debet aan deze grote verschillen zijn.
Men zou moeten beginnen om elk onderdeel dat exact aan de voorgeschreven uitvoering voldoet visueel als voorbeeld vast te leggen.
Daarmee hebben de juryleden een vaste referentie om hun eigen oordeel te toetsen en zullen ze hun oordeel aan de hand van de referentie moeten motiveren. Dat geeft ook de ruiters en het publiek veel meer houvast.
Daarmee wordt uitgesloten dat de paarden die niet met de neus voor de loodlijn lopen, de nek niet als hoogste punt hebben, met doelloos zwaaiende voorbenen sterk op de voorhand gaan en waarbij de ruiter als een trekkende en prikkende hark op het paard zit met de hoogste punten wordt bedeeld omdat de jury het spektakel prevaleert boven die van de voorgeschreven takt, balans, harmonie en schoonheid en het daaruit voortvloeiende en vastgelegde welzijn van het paard.
Jammer dat de show makers en bekenden altijd in de punten rijden terwijl iemand die met een moeilijk paard de problemen in de proef oplost veel meer met paardrijden bezig is,en ook ter plekke laat zien. Helaas komen deze combinaties vaak een of twee punten te kort. Erg frustrerend.
jurylid zijnde kan ik uw gevoel begrijpen
ik blijf erbij dat er best wel een goed systeem mogelijk is! Als men er toe komt om een reële punten waarde te koppelen aan de vereiste kwaliteiten: hoe een goed gaande paard in de proef moet lopen (zie scala). dan zouden de grote verschillen niet mogelijk zijn.. omdat je jezelf dan verplicht je eraan te houden voor iedereen.. dan valt nagenoeg alles subjectiviteit weg, alleen dat puntenschema geldt hetzelfde voor iedereen; jong of oud, mooi of lelijk paard, bekend of vreemde.. enkel de getoonde technische kwaliteit en uitvoering wordt beoordeelt en met een hoger of lager punt gekwoteerd.
het iets uitgebreidere scala loopt dan over 9 punten, mooi te verdelen over de 10 punten welke een jury moet benutten voor zijn oordeel.
hieronder in t kort de te beoordelen kwaliteiten
bij elke blok horen punten die verhogen per blok.
gehoorzaamheid (gangwijze, oefening, stuur!… )
ontspanning (mentale)
regelmaat (tact; kwaliteit gangen)
Impuls
nageeflijkheid
aanleuning (goede houding, stelling ..)
rechtrichten
verzameling
oprichting
dit zou meer moeten kunnen gebruikt worden door iedereen, dan zouden de subjectieve verschillen nooit meer zo groot zijn!!
Yvonne
excuus voor het antwoort in duits. Ich verstehe nicht, warum so eine grosse Aufregung bei einer Differenz von 5% entsteht, Bei Noten von 1-10, die in der Realität doch nur im Bereich von 5-10 verwendet werden, ist eine Differenz von 5 % doch nicht mehr als eine halbe Note bei 1-2 Lektionen in der Prüfung. Dafür sollte und muss der Spielraum vorhanden sein. Wenn man bei 5 Juroren die höchste und die niedrigste Bewertung wegnimmt, bleiben am Ende 10 Teilnehmer mit der gleichen Note über, die nach der Meinung aller Beteiligten völlig unterschiedlich geritten sind. Im Übrige stimme ich Karel de Lange zu: Nach hintenüber hängende Reiter mit nach vorne weggestreckten Beinen, die so ihre Balance über den Zügel halten und dadurch ihr Pferd hinter die Lotlinie ziehen erhalten viel zu viel Punkte und vertreiben die Pferde-Liebhaber von den Veranstaltungen.