Het is niet louter goud

Het is niet louter goud featured image
column: Het is niet louter goud ...Ontpoldering, Betuwe- en Hogesnelheidslijn, Blankenbergtunnel, doortrekking A15, omlegging N18 enz. Allemaal projecten waarvan we weten dat de besluitvorming vele jaren duurt of  heeft geduurd en waarbij menig buurtcomité de trom heeft geroerd. Vaak gaat dit gepaard met het alom vermaarde NIMBY-principe (Not In My Back Yard) of met het inmiddels zeer modieuze NIVEA-principe (Niet In Voor En Achtertuin). Maar na een lange periode van inspraakavonden, voorkeursalternatieven en heel, héél veel wikken en wegen komt de geplande weg, spoor of tunnel er alsnog.

Al deze projecten, en projecten van vergelijkbare aard, hebben naast dikke dossiers en oneindig lijkend politiek gekonkel een ander belangrijk aspect gemeen. Er is namelijk sprake van een zogeheten ‘algemeen belang’ waardoor de deur voor een onteigening op een kier is gezet, dit tenzij zelfrealisatie een reële optie is.

Maar betekent dit, dat een eigenaar van een perceel cultuurgrond of eigenaar/huurder/pachter van een paardenbedrijf,  zo zonder enige plichtbewegingen uit zijn of haar positie wordt gestoten en van de overheid glimlachend een zak poen in de handen krijgt gedrukt met de boodschap dat men bedankt wordt voor de coöperatieve houding? Gelukkig niet!

Onteigening is gedwongen eigendomsontneming en dat wordt gezien als de meest verregaande wijze van eigendomsinbreuk. De burger dient in dit geval beschermd te worden tegen ‘te vroegtijdige inzet’ of ‘inzet op onjuiste gronden’ van het onteigeningsinstrument.  Zo heeft de wetgever bepaald dat inzet van het onteigeningsinstrument alleen mogelijk is voor bepaalde doeleinden zoals bijvoorbeeld de aanleg of verbetering  van een waterkering, de aanleg cq. verbetering van een weg, brug, spoor etc. of ten behoeve van de realisatie van een bestemmingsplan.

Indien ook nog de ingrediënten ‘noodzaak’ en ‘urgentie’ toe worden gevoegd is voldaan aan een groot deel van de vereisten voor inzet van het onteigeningsinstrument. Desalniettemin zal in alle gevallen eveneens meegewogen worden of ook gepoogd is de eigendom ‘in der minne’ te verwerven. En dat laatste wil eigenlijk zeggen dat, voordat er kan worden geschermd met de daadwerkelijke onteigening, er eerst moet worden geprobeerd om in onderling overleg tot een akkoord te komen. Zonder dit zogeheten ‘minnelijke traject’ kan van een daadwerkelijke onteigening nooit sprake zijn!

Een ander belangrijk onderdeel van de (minnelijke) onteigening is de schadevergoeding. Immers, men mag als gevolg van de onteigening niet voor- of achteruit gaan in vermogens- of inkomenspositie. In de praktijk houdt dit in dat er naast een vergoeding van de vermogensschade (de waarde van de onroerende zaak) ook nog sprake kan zijn van vergoeding van inkomensschade, financieringsschade en overige schades. In deze zogeheten ‘volledige schadeloosstelling’ worden bijvoorbeeld ook de kosten van een ingehuurde deskundige meegenomen of het feit dat vervangende grond en/of  gebouwen extra financiering behoeven, alsmede het gemis aan inkomsten waarmee u als gevolg van de onteigening wordt geconfronteerd.

Enfin, het is niet louter goud wat er blinkt! De constatering dat gedwongen eigendomsontneming door de overheid, veelal niet de keus is die een ondernemer of burger op eigen initiatief had gemaakt, is voor de hand liggend. Daarnaast is de procedure die gekoppeld zit aan zo’n traject gecompliceerd en is een berekening van een volledige schadeloosstelling niet op de achterkant van een sigarendoos te maken. En onthoud daarbij dat een sigaar uit eigen doos altijd makkelijk is te krijgen, uit andermans doos vereist dat veelal meer energie.

Robert van Driesten, rentmeester en eigenaar van Rentmeesterskantoor Drie Zwaluwen, fokker en springruiter
Deze column verscheen vrijdag 20 april 2012 in De Paardenkrant

You might also like