De paardensport heeft één ding tegen: veel toppers zijn op leeftijd. Het laatste EK in het Engelse Windsor bewees dit. Op gespierde, glanzende hengsten en merries zaten ruiters en amazones met buikjes, kraaienpootjes en grijze haren. Het is opvallend hoe demonstratief Nederland met dat beeld breekt. Met dank aan het Rabo Talentenplan, dat deze week zijn tienjarige jubileum viert. Als grote uitzondering op het internationale veld krijgt de Nederlandse paardensport doorlopend een injectie aan goed opgeleide jongelingen.
De eerste aanzet voor het Talentenplan kwam in 1999 van Bert Mertens die toen directeur van de Rabobank was. Mertens zag vanachter zijn bureau dat de plattelandsfilialen veel met paardensport te maken hadden. Hij belde paardensportspecialist Joep Bartels of hij niet een gezamenlijk project kon bedenken. Tot de dag van vandaag is de vader van dressuurtopper Imke Schellekens-Bartels projectmanager van het Rabo Talentenplan. Bartels: ,,De stap naar talentontwikkeling was logisch voor de Rabobank. De plaatselijke bankfilialen konden zo onder één noemer hun eigen regionale talenten steunen. Het begon als een soort sociaal plan: kinderen, die een beetje leuk paardreden, zouden wij wel even beter maken. Het Talentenplan is vandaag de dag compleet uit zijn voegen gegroeid. Het is nu een puur professionele organisatie.”
Van de tien jongeren, die werden uitgeroepen tot Talent van het Jaar, hebben dressuuramazone Marlies van Baalen (1999), springruiters Gerco Schröder (2000) en Gert Jan Bruggink (2002) en eventingruiter Tim Lips (2008) inmiddels de Olympische Spelen van Athene of Hongkong gehaald. Dressuurruiter Laurens van Lieren (2005) won met het Oranjeteam het EK 2007 na 42 jaar Duitse overheersing. Springruiter Vincent Voorn werd nooit verkozen tot Talent van het Jaar, maar ook hij haalde als ‘gewoon’ lid de Spelen van vorig jaar. Bartels: ,,Het plan groeide alsmaar door. Er blijft eigenlijk maar één doelstelling over: we doen het pas goed als onze talenten doorstromen naar de hoogste kaders en daadwerkelijk op internationale titeltoernooien presteren.”
Bondscoaches Rob Ehrens (springen), Sjef Janssen (dressuur) en Martin Lips (eventing) zijn betrokken bij het project, tevreden over de aanwas van nieuwe toppers in de dop, maar vooral te spreken over het bijbehorende KNHS Trainersplatform. Ehrens: ,,Dat trainers beter worden geschoold en niet uitsluitend individuele talenten, is een goede ontwikkeling. Door coachgericht te denken bereik je veel meer ruiters.” Janssen: ,,De huidige instructeurs zijn enorm doorontwikkeld op vele fronten. Daarnaast doen ook topruiters veel meer aan kennisoverdracht richting jonge talenten dan vroeger. Ruiters hebben door dit aanbod van kennis al op jongere leeftijd een hoger niveau.”
Ondanks alle lovende woorden voor ‘zijn’ Talentenplan weigert Bartels tevreden achterover te leunen. ,,Topsport betekent doorontwikkelen. Die wet geldt ook voor ons. Er is binnen het Talentenplan nog genoeg ruimte voor verbetering. Wij staan bekend als de sport van het timmermansoog. Vanuit een onderbuikgevoel wordt soms voor een paard gekozen of paardgereden. Dat wordt nu steeds meer wetenschappelijk onderbouwd. Het draait niet om gevoel, het draait om meetbare waarden. Dat proces van innovatie is onze volgende inhaalslag.”
Bron: Telegraaf