“Onze aanvraag is zeer serieus bekeken. We voldoen dan ook ruimschoots aan de criteria. Ik ben zeker niet ontevreden. We kunnen nu verder gaan professionaliseren in de olympische en paralympische disciplines. Deze uitkomst heeft positieve consequenties voor onze topsportprogramma’s voor de komende jaren”, vervolgt Van der Heijden. De sportbonden zijn bij de toekenning van de topsportgelden afhankelijk van onder meer realistische medaillekansen en de inhoud van de topsportprogramma’s. De paardensport was in Londen goed voor maar liefst 20 procent van de Nederlandse medailles die zijn behaald tijdens de laatste Olympische Spelen.
Het budget, dat gelijk is aan dat van voorgaande jaren, wordt over minder programma’s verdeeld. Deze focus zorgt ervoor dat de belangrijkste veertig programma’s in 2013 75 procent van de middelen ter beschikking krijgen tegen een kleine 57 procent in de afgelopen periode. Maurits Hendriks, technisch directeur NOC*NSF: “Met het aanbrengen van deze focus willen we de programma’s die nu in de wereldtop meedoen daar houden en richten we ons op het uitbreiden van dit aantal. Dat laatste is zeer noodzakelijk willen we onze Top 10 ambitie waarmaken.” Twee paardensportdisciplines staan in deze top 10. Dit zijn de dressuur- en de springsport. De eventingsport is ondergebracht onder het kopje ‘Potential’ en de paradressuur valt onder ‘Talent’.
Klik hier voor het volledige overzicht.
Bron: Horses