Voor James Paterson Robinson, die in Swolgen samenwoont met springamazone Aniek Poels, zijn dit zijn eerste Olympische Spelen. Met één balk in de individuele kwalificatie en één voetje in de sloot in de eerste omloop van de landenwedstrijd doet hij het nog niet zo slecht met Lanosso, die hij samen met schoonvader Ger Poels in eigendom heeft.
“Ik wist me met twee paarden te kwalificeren voor London en ik heb ze allebei vanaf februari een stuk meer laten werken. Dus twee keer per dag van stal. Voor dressuurwerk, fitness, het bos in of galoptraining. Om dit te kunnen doen heb ik thuis wat minder met de andere paarden kunnen doen, maar ik wilde me hier goed op voorbereiden. Ik koos uiteindelijk voor Lanosso omdat hij wat meer ervaring heeft op deze hoogte”, vertelt hij.
Echt gerustgesteld ging James Paterson Robinson niet naar Londen. Hij won met Lanosso de Grote Prijs van Bourg en Bresse, werd vierde in de Grote Prijs van Linz, negende in Lummen en elfde in Fontainebleau, maar het laatste concours vergeet hij liever. “Dat was CSI Twente in Geesteren, waar het zo hard regende. Lanosso werd onzeker op de grasbodem, was twijfelachtig in de afzet en sprong niet door op de oxers. Na Geesteren hebben we nog wat op zandbodems geoefend, niet te hoog, en het kwam net op tijd goed.”
Vandaag hoopt James Paterson Robinson zich te kwalificeren voor de individuele finale op woensdag.
