Een Nederlands kampioenschap blijft iets bijzonders. Omwille van de spanning en sfeer, geleidelijk opgebouwd om dan een climax te kennen in die ultieme omloop. Op paasmaandag bleef de uitkomst onzeker tot de laatste combinatie over de allerlaatste hindernis was gegaan.
Elk kampioenschap kent z’n bijzondere momenten, emoties en blijvende herinneringen. Op dat vlak is Mierlo 2011 niet anders. Blikken vol ontgoocheling of hoop kleuren de gezichten bij het verlaten van de ring. Een diepe zucht, een welgemeende vloek. Hoofdschudden, twijfelen. Genieten en vreugde. Het hoort er allemaal bij.
Hij stond er na afloop een beetje beteuterd bij, Jur Vrieling. Verbaasd over het vreemde dat hem overkomen was. Ongeloof, twijfel ook. Het was mooi om zien hoe hij na afloop apart werd genomen door bondscoach Rob Ehrens. Een schouderklopje, een troostend woord. Want straks is La Baule en nog later de Europese kampioenschappen, waar kwalificatie voor de Olympische Spelen op het spel staat. En dan kan een bondscoach zich geen combinatie die worstelt met het zelfvertrouwen veroorloven.
Natuurlijk is Mierlo geen maatstaf voor zo’n landenwedstrijd. Althans, niet als het op de hoogte van de hindernissen aankomt. Wel inzake het technische aspect van de omlopen en de druk waar ruiter en paard mee moeten omgaan. Parcoursbouwer Louis Koninckx had helemaal gelijk toen hij stelde dat juist het gegeven dat iedereen graag kampioen wil worden, die laatste oxer zo hoog maakt. De motivatie om deel te nemen is bij iedereen anders, maar als een medaille binnen bereik lijkt, wil iedereen graag winnen.
Jeroen Dubbeldam deed in Mierlo een greep naar het goud en had zich al verzoend met zilver toen het allerhoogste hem toch nog in de schoot viel. Hij was ogenschijnlijk gestart met bescheiden ambities, zoals vader Dubbeldam voortijd had laten doorschemeren. Het leverde de familie Dubbeldam op de persconferentie achteraf een kleine sneer op van Jacob Melissen, al werd die meteen handig gepareerd door de nieuwe Nederlandse kampioen zelf. Vragen waren er op de persconferentie amper. Tenzij van zoon Dubbeldam, die wilde weten of papa het concours in San Patrignano had opgenomen in z’n planning. En of hij dan niet toevallig mee kon? Ja dus. Samen met de bijzondere teugels van Jeroen misschien. Want Dubbeldam reed Quality Time in Mierlo met de teugels die hij ook al gebruikte bij z’n onvergetelijke rush naar olympisch goud met De Sjiem in Sydney. Ambachtelijk werk van Jan Sneller, die wel meer Nederlandse topruiters voorziet van aangepast materiaal op maat. In het geval van Jeroen Dubbeldam dus wat bredere teugels, op maat gemaakt en zorgzaam gekoesterd voor bijzondere momenten sinds die bijzondere dag in Sydney. Benieuwd of hij ze mee heeft naar Leipzig.
Koen Cromheecke, journalist
Deze column verscheen vrijdag 29 april 2011 in De Paardenkrant